Nederlandse Democratie in Crisis: Geen Wettelijke Plicht tot Verkiezingen

Den Haag, woensdag, 4 juni 2025.
Het Montesquieu Instituut onthult een verrassende juridische realiteit: bij een kabinetscrisis bestaat er geen wettelijke verplichting tot nieuwe verkiezingen in Nederland. De traditionele democratische conventie bepaalt het politieke proces, niet een strikte juridische regel. Deze ontdekking werpt nieuw licht op de flexibiliteit van het Nederlandse staatsbestel en toont aan dat een kabinet kan worden vervangen zonder directe verkiezingen, wat de politieke stabiliteit kan bevorderen.
Kabinetscrisis zonder verplichte verkiezingen
Het Nederlandse staatsrecht kent geen formele eis om nieuwe verkiezingen uit te schrijven bij een kabinetscrisis. Politiek expert prof. dr. J.Th.J. van den Berg benadrukt dat een niet-functionerend kabinet gewoon kan worden vervangen zonder tussenkomst van kiezers [1]. De val van het kabinet-Schoof op 3 juni 2025 illustreert deze unieke politieke flexibiliteit, waarbij de PVV haar bewindspersonen heeft teruggetrokken [2].
Democratische traditie bepaalt het proces
Hoewel er geen wettelijke verplichting is, hebben Nederlandse politieke partijen traditioneel de gewoonte om bij een kabinetscrisis verkiezingen te overwegen. Na 1966 is er zelfs een sterke conventie ontstaan om kiezers te betrekken wanneer een coalitie vastloopt [1]. Het Montesquieu Instituut benadrukt dat democratische gebruiken, niet juridische regels, de handelwijze bepalen [3].
Politieke stabiliteit centraal
De huidige kabinetscrisis rond het kabinet-Schoof toont aan hoe het Nederlandse politieke systeem kan omgaan met spanningen zonder direct nieuwe verkiezingen te organiseren. De PVV, die de grootste partij is met 24.667% van de Tweede Kamerzetels, heeft zich teruggetrokken uit de coalitie [2]. Dit bevestigt de mogelijkheid om politieke verschuivingen te realiseren zonder complete herkiezingen.