Partij voor de Dieren verliest eigen naam in Eerste Kamer door bizarre machtswisseling
Den Haag, maandag, 10 november 2025.
Door een interne ruzie krijgen twee senatoren die uit de Partij voor de Dieren stapten het recht om de partijnaam te blijven gebruiken in de Eerste Kamer. Het enige fractielid dat nog wel bij de partij hoort, Ingrid Visseren-Hamakers, moet verder onder haar eigen naam. Deze paradoxale situatie betekent dat de echte Partij voor de Dieren nu geen vertegenwoordiging meer heeft onder haar eigen naam, terwijl de afvalligen wel mogen doen alsof zij de partij zijn. Het conflict draait om oprichter Niko Koffeman die vindt dat de partij te ‘mensgeoriënteerd’ is geworden.
Presidium kiest voor afvalligen
Het presidium van de Eerste Kamer besliste maandagmiddag dat Peter Nicolaï en Niko Koffeman de naam Partij voor de Dieren mogen blijven voeren [1][2]. Visseren-Hamakers had eerder in een brief aan de Eerste Kamervoorzitter verklaard ‘zich af te scheiden van de fractie van de heren Nicolaï en Koffeman’ [2]. Daardoor wordt zij formeel gezien als de afsplitser, ondanks dat ze de steun heeft van het partijbestuur [2]. Koffeman voorspelde dit weekend al dat hij en Nicolaï de naam zouden mogen houden: ‘Het doet niet ter zake wat het partijbestuur daarvan vindt. Ze zullen oprecht denken daar zeggenschap over te hebben, maar dat is niet zo. De gekozen volksvertegenwoordigers bepalen dat onderling’ [2].
Conflict om koers van partij
De scheuring ontstond door een fundamenteel meningsverschil over de richting van de partij [2]. Oprichter Koffeman meent dat de Partij voor de Dieren onder leiding van Esther Ouwehand te ‘mensgeoriënteerd’ is geworden [2]. Hij zegde vlak voor de verkiezingen op [2]. Toen het partijbestuur wilde dat Koffeman uit de Eerste Kamerfractie zou worden gezet, koos senator Nicolaï de kant van de oprichter [2]. Nicolaï liet weten: ‘Ik wil de boel bij elkaar houden. Nog steeds. We waren een hartstikke goed team, maar ik wilde niet meewerken aan het verwijderen van Koffeman’ [1]. Hij heeft zelfs D66-senator Boris Dittrich gevraagd om als bemiddelaar op te treden [1].
Partij teleurgesteld maar vastberaden
De Partij voor de Dieren reageerde teleurgesteld op het oordeel [2]. ‘We vinden het jammer dat Ingrid Visseren-Hamakers niet de naam van de Partij voor de Dieren kan voeren’, zo liet de partij schriftelijk weten [2]. ‘Dit verandert echter niets aan de werkelijke situatie. Visseren-Hamakers is de enige vertegenwoordiger van de Partij voor de Dieren in de Eerste Kamer en geniet zeer brede steun in onze partij’ [2]. Koffeman noemde de situatie ‘ongewenst, maar het is niet anders’ dat er nu een andere Partij voor de Dieren in de Eerste Kamer zit dan in de Tweede Kamer [2]. Voor kiezers die op de Partij voor de Dieren stemden betekent dit dat hun stem nu verdeeld is over twee verschillende fracties met tegengestelde visies.