De laatste Nederlandse verzetsstrijdster die de holocaust overleefde is op 103-jarige leeftijd overleden

Londen, dinsdag, 21 oktober 2025.
Selma van de Perre overleefde concentratiekamp Ravensbrück maar verloor haar ouders en zusje aan de nazi’s. Ze vervalste persoonsbewijzen voor Joden en weigerde te sterven omdat ze ‘het de Duitsers niet gunde’. Tot op hoge leeftijd vertelde ze haar verhaal aan studenten.
Een leven van verzet dat eindigde in Londen
Selma van de Perre stierf maandag 20 oktober 2025 in haar woning in Londen, waar ze sinds 1947 woonde [1][2][3]. Haar familie maakte het overlijden bekend via uitgeverij Thomas Rap [1][4]. Ze wordt in besloten kring begraven in de Britse hoofdstad [1][2]. Van de Perre was 17 jaar oud toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak [5]. In december 1942 werd haar vader Barend Velleman gearresteerd en gedeporteerd naar Auschwitz, waar hij door de nazi’s werd vermoord [5]. Een jaar later werden haar moeder Femmetje Spier en 15-jarige zusje Clara gepakt tijdens hun onderduik in Eindhoven en vermoord in vernietigingskamp Sobibor [5]. ‘Ik vraag me af of mama en Clara elkaars hand vasthielden toen ze stierven’, schreef Van de Perre later [5].
Verzetsstrijder die de Duitsers haar dood niet gunde
Na de deportatie van haar familie nam Van de Perre een nieuwe identiteit aan en sloot zich aan bij verzetsgroep TD [1][2][5]. Deze groep was een van de eerste in Nederland en vervalste persoonsbewijzen voor ondergedoken Joden [1][5]. Ze deed allerlei verzetswerk: van het brengen van bonkaarten naar onderduikadressen tot het verspreiden van illegale blaadjes [2]. Op 26 juni 1944 werd ze verraden en gearresteerd [5]. Via Kamp Vught kwam ze in concentratiekamp Ravensbrück terecht, waar ze negen maanden vastzat [1][2]. Ze was toen 21 jaar oud [2]. ‘Ik raakte heel erg verzwakt, ziek, dysenterie, uitgehongerd’, vertelde ze later aan Trouw [2]. ‘Maar ik gunde het de Duitsers gewoon niet dat ik doodging, ik wílde overleven’ [2]. Ze overleefde het vrouwenkamp ternauwernood [1][2].
Verhalen vertellen tot op hoge leeftijd
Na de oorlog werkte Van de Perre jarenlang als buitenlandcorrespondent voor de BBC en AVRO Televizier [1][2][6]. In 1983 ontving ze het Nederlandse Verzetsherdenkingskruis [1][2]. Het duurde lang voordat ze kon vertellen over haar oorlogservaringen [1]. Uiteindelijk schreef ze de autobiografie ‘Mijn naam is Selma’ [1][2]. Tot op hoge leeftijd organiseerde ze reizen naar Ravensbrück voor pabostudenten, zodat deze toekomstige leerkrachten het verhaal van een overlevende konden doorvertellen [4]. In 2022 maakte ze met Philip Freriks voor MAX de tweedelige documentaire ‘Selma’s Oorlog’, waarin de toen bijna 100-jarige terugkeerde naar de plekken van herinnering [3][4]. Ze had een duidelijk doel: blijven vertellen over de gruwelen die ze had meegemaakt, zodat dit nooit meer zou gebeuren [3]. De documentaire is nog altijd te bekijken op NPO Start [3].