Spooroorlog: EU daagt Nederland voor de rechter om NS-monopolie

Den Haag, donderdag, 17 juli 2025.
De Europese Commissie sleept Nederland voor het Europees Hof van Justitie vanwege de rechtstreekse gunning van de hoofdrailnetconcessie aan NS zonder aanbesteding. Brussel eist meer marktwerking en oordeelt dat de concessieverlening niet transparant is verlopen. Na jaren van waarschuwingen en een laatste kans die Nederland naast zich neer heeft gelegd, stapt de Commissie nu naar de hoogste rechter. Het conflict draait om een contract ter waarde van miljarden euro’s voor treinvervoer tot 2033.
EU daagt Nederland voor de rechter vanwege NS-monopolie
De Europese Commissie heeft besloten Nederland voor het Europees Hof van Justitie te dagen vanwege de rechtstreekse gunning van de hoofdrailnetconcessie aan NS. Het conflict draait om een contract ter waarde van miljarden euro’s voor treinvervoer tot 2033, waarbij Brussel oordeelt dat de concessieverlening niet transparant is verlopen [1][2]. De Commissie eist meer marktwerking en stelt dat Nederland andere vervoerders de kans had moeten geven om mee te dingen naar het contract [3].
Jaren van waarschuwingen genegeerd
Brussel heeft Nederland meerdere malen gewaarschuwd over de wijze van contractverlening. Twee officiële waarschuwingsbrieven werden door Den Haag genegeerd [2]. In februari 2025 kreeg Nederland een laatste kans om het besluit terug te draaien, maar het kabinet hield voet bij stuk en beschouwde het als een ‘verschil van interpretatie’ van Europese regels [1]. De Commissie ziet marktwerking als essentieel middel om reizigers aantrekkelijker en goedkopere diensten te bieden [3].
Gevolgen voor reizigers
Ondertussen krijgen NS-reizigers te maken met forse tariefverhogingen. De treinkaartjes worden in 2026 9 procent duurder [4]. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ziet geen ruimte voor financiële compensatie. Arriva en andere vervoerders noemen de juridische stap van de Europese Commissie ‘logisch en niet onverwacht’ [1]. De uitkomst van deze rechtszaak kan grote gevolgen hebben voor de toekomst van het Nederlandse spoorvervoer.