FVD'er beboet voor nazivlag-tweet: Vrijheid van meningsuiting op de proef

FVD'er beboet voor nazivlag-tweet: Vrijheid van meningsuiting op de proef

2024-10-21 politiek

Den Haag, maandag, 21 oktober 2024.
Pepijn van Houwelingen krijgt een voorwaardelijke boete van 450 euro voor een tweet met een bewerkte nazivlag. De rechter oordeelt dat de tweet ‘onnodig grievend’ was, ondanks Van Houwelingens beroep op vrijheid van meningsuiting. Het Kamerlid gaat in hoger beroep.

De aanleiding en de uitspraak

In september 2022 plaatste FVD-Kamerlid Pepijn van Houwelingen een controversiële tweet waarin hij een gefotoshopte afbeelding deelde van ministers Ernst Kuipers en Karien van Gennip met een nazivlag. De originele foto toonde de vlag van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, die Van Houwelingen als ‘totalitair’ en ‘utopisch’ beschouwt. Zijn tweet leidde tot aangifte door de ministers, omdat zij vonden dat hij ‘een duidelijke grens had overschreden’. De rechtbank in Den Haag heeft nu geoordeeld dat de tweet ‘onnodig grievend’ was en legde een voorwaardelijke boete van 450 euro op[1].

Vrijheid van meningsuiting versus belediging

Van Houwelingen verdedigde zich met het argument dat zijn tweet onder de vrijheid van meningsuiting valt. Hij stelde dat de nazivlag geen letterlijke associatie met de ministers was, maar een symbool om kritiek te uiten op de VN-doelen. De rechter was echter van mening dat de tweet een ‘duidelijke verbinding’ opriep tussen de ministers en het naziregime, wat leidde tot beledigende reacties. Ondanks dat Van Houwelingen de tweet snel verwijderde en verving door een afbeelding met een zogenaamde communistenvlag, vond de rechtbank de straf gerechtvaardigd. Het Openbaar Ministerie had oorspronkelijk een onvoorwaardelijke boete geëist, maar de rechter koos voor een voorwaardelijke straf vanwege de latere verduidelijking van Van Houwelingen[2].

Reacties en vervolg

Van Houwelingen noemt de uitspraak ‘verontrustend’ en is van plan in hoger beroep te gaan. Hij stelt dat de rechtbank met deze uitspraak de grenzen van kritiek bepaalt, wat volgens hem een bedreiging vormt voor de oppositie. Zijn advocaat benadrukte dat de tweet ‘een beetje dom of onhandig’ was, maar niet strafbaar. De zaak roept een bredere discussie op over de grenzen van vrijheid van meningsuiting in de politiek en hoe deze zich verhoudt tot het beledigen van publieke figuren. Het incident toont de dunne lijn tussen provocatieve politieke uitspraken en wat als beledigend kan worden ervaren in het publieke debat[3].

Bronnen


www.nu.nl nieuws.nl FVD nazivlag dagblad070.nl