Europa geeft Nederland opnieuw een onvoldoende voor bescherming van vrouwen tegen geweld

Nederland, dinsdag, 21 oktober 2025.
Nederland faalt nog steeds structureel in het beschermen van vrouwen tegen geweld. De Raad van Europa constateert dat er sinds 2020 nauwelijks vooruitgang is geboekt. Huiselijk geweld wordt te vaak gezien als ruzie tussen gelijken, terwijl het eigenlijk gaat om machtsmisbruik. Bij voogdijzaken houdt de rechter onvoldoende rekening met geweld. Nederland heeft te weinig opvangplekken en schrikt vrouwen af met bedenktijd bij zedendelicten. Elke acht dagen wordt hier een vrouw vermoord, meestal door haar (ex-)partner. Experts roepen op tot een fundamenteel andere aanpak waarin wordt erkend dat vrouwen hoofdzakelijk slachtoffer zijn en mannen dader.
Vijf jaar later nog steeds dezelfde problemen
GREVIO, het toezichtsorgaan van de Raad van Europa, publiceerde op 21 oktober 2025 opnieuw een vernietigend rapport over Nederland [1][2]. De experts hadden al in 2020 gewaarschuwd dat ons land de zaken niet op orde had [4]. Hun conclusie nu? Er is sindsdien weinig vooruitgang geboekt [2]. Nederland tekent het Verdrag van Istanbul in 2016, maar houdt zich er nog steeds niet aan [5]. De cijfers liegen niet: ongeveer eens in de acht dagen wordt in Nederland een vrouw gedood, vaak door haar (ex-)partner [1][7]. Dat zijn per jaar zo’n 45.625 vrouwen die sterven door mannelijk geweld. De belofte van bescherming blijft op papier staan.
Rechters zien geweld als ruzie tussen gelijken
Het grootste probleem zit in de hoofden van professionals [1][2]. Huiselijk geweld wordt te vaak gezien als een conflict tussen twee gelijken, niet als machtsmisbruik door een man [1]. Familie- en jeugdrechter Susanne Tempel erkent deze kritiek grotendeels [2]. Bij echtscheidingen en voogdijzaken wordt geweld en intieme terreur onvoldoende meegewogen [2][4]. Vrouwen en kinderen blijven zo het risico lopen op een gewelddadige (ex-)partner of vader [1]. GREVIO roept op tot meer contact- en huisverboden [1]. Ook moet de bedenktijd bij aangiftes van zedendelicten weg, omdat dit vrouwen afschrikt [1][7]. Hoogleraar Marieke Liem van de Universiteit Leiden vat het samen: ‘We moeten meer toe naar een aanpak waarin wordt herkend dat vrouwen het voornaamste slachtoffer zijn, en mannen de voornaamste dader’ [4].