Justitie verhoogt de lat: Drugscriminelen langer achter tralies
Den Haag, dinsdag, 22 oktober 2024.
Kabinet wil Nederland minder aantrekkelijk maken voor drugscriminelen. Wetsvoorstel verhoogt maximumstraffen voor harddrugsdelicten fors. Smokkel: van 12 naar 16 jaar cel. Bezit: van 6 naar 8 jaar. Doel: verdienmodel doorbreken en criminaliteit harder aanpakken.
Krachtig signaal aan de onderwereld
Met het wetsvoorstel onder leiding van minister David van Weel van Justitie en Veiligheid zet het kabinet een duidelijk signaal af aan de georganiseerde misdaad. Het verhogen van de maximumstraffen voor smokkel, handel, productie en bezit van harddrugs moet Nederland minder aantrekkelijk maken voor drugscriminelen[1][2][3]. Dit is hard nodig, want de huidige strafmaat is al decennia oud en voldoet niet meer aan de hedendaagse eisen. Van Weel benadrukt dat drugshandel hét verdienmodel is van de georganiseerde misdaad en dat dit model doorbroken moet worden[4].
Hogere straffen voor meer gerechtigheid
De voorgestelde wetswijzigingen brengen de maximumstraffen in lijn met die van omliggende landen en bieden het Openbaar Ministerie en rechters meer ruimte om passende straffen op te leggen[2][4]. De maximumstraf voor de smokkel van harddrugs stijgt naar 16 jaar, terwijl die voor grootschalig bezit naar 8 jaar wordt verhoogd. Voor handel en productie wordt de straf verhoogd naar 12 jaar[3]. Deze maatregelen komen op een moment dat het OM vaak tegen de limieten van de huidige strafmaat aanloopt, vooral bij zware drugscriminelen[1].
Discussie over effectiviteit
Hoewel het kabinet verwacht dat strengere straffen een afschrikwekkend effect zullen hebben, is er ook kritiek op de effectiviteit van een puur repressieve benadering[3]. Bob Hoogenboom, emeritus hoogleraar Forensic Business Studies, stelt dat meer repressie leidt tot betere georganiseerde bendes en meer corruptie, in plaats van het probleem op te lossen. Toch hoopt het kabinet met deze maatregelen een stap te zetten in het doorbreken van criminele structuren en het versterken van de veiligheid in Nederland[4].