Activist riskeert strafvervolging na dreigende uitspraken over geweld in Den Haag
Den Haag, zondag, 14 december 2025.
Het OM onderzoekt of Martijn ‘Tinus’ Koops zich schuldig maakte aan opruiing tijdens een protestmars tegen massa-immigratie. Koops zei tijdens zijn toespraak: ‘Als jullie niet willen luisteren, dan kan het ook op een andere manier.’ Hij verwees naar de gewelddadige rellen van 20 september en voegde toe dat demonstranten zich ‘een keer echt moeten gelden’ als de overheid niet luistert. De uitspraken circuleren op sociale media en vormen nu aanleiding voor een strafrechtelijk onderzoek naar mogelijke aanzet tot geweld.
Dreigende taal tijdens protestmars
De protestmars vond eind november plaats op de Koekamp in Den Haag [1]. Burgemeester Jan van Zanen had het gebied vooraf aangewezen als veiligheidsrisicogebied [1]. Honderden betogers verzamelden zich voor het evenement dat werd georganiseerd door Nationaal Protest [1]. De demonstratie zelf verliep rustig, maar beelden van Koops’ toespraak circuleren sindsdien op sociale media [1]. Koops, medeoprichter van Nationaal Protest, richtte zich fel tot de overheid tijdens zijn betoog [1]. Hij benadrukte dat demonstranten geen extremisten zijn: ‘Wij zijn burgers, wij zijn ouders, werkende jongeren, ouderen en Nederlanders die hun land liefhebben’ [1].
Verwijzing naar eerdere gewelddadigheden
De controverse ontstond toen Koops verwees naar eerdere ongeregeldheden [1]. ‘Als jullie dan niet willen luisteren, dan kan het ook op een andere manier, Den Haag’, zei hij [1]. Vervolgens voegde hij toe: ‘Dat hebben wij laten zien op 20 september’ [1]. Deze datum verwijst naar gewelddadige demonstraties die eerder dit jaar plaatsvonden [1]. Koops beëindigde zijn betoog met: ‘En daar zijn wij niet vóór, maar als dat moet hebben wij daar ook geen probleem mee. Want hier in Den Haag gaan zij luisteren naar het volk. En zo niet: laten we ons een keer echt gelden’ [1].
OM beoordeelt mogelijke strafbaarheid
Het Openbaar Ministerie onderzoekt nu of Koops’ uitlatingen strafrechtelijk vervolgbaar zijn [1][2]. Juist de passages waarin hij naar geweld verwees geven het OM aanleiding om te bekijken of er sprake is van opruiing of aanzet tot geweld [1]. ‘We gaan beoordelen of die strafbaar zijn en of eventueel een onderzoek moet worden ingesteld’, liet het OM weten aan het AD [1]. Voor gewone burgers betekent dit dat grenzen van vrije meningsuiting opnieuw worden getest. Activisten moeten opletten dat hun oproepen tot actie niet overgaan in concrete aanzet tot geweld. Het onderzoek toont aan hoe snel politieke retoriek juridische gevolgen kan hebben.