Picnic dreigt Nederland te verlaten: Een digitale supermarkt op de rand van vertrek

Amsterdam, donderdag, 21 augustus 2025.
Online boodschappenbezorger Picnic overweegt serieus Nederland te verlaten als de verplichte supermarkt-cao wordt doorgevoerd. Topman Michiel Muller waarschuwt dat de loonkosten dan 40% hoger zullen zijn, waardoor concurrentie onmogelijk wordt. Het bedrijf heeft al een nieuwe vrijstellingsaanvraag ingediend bij het ministerie van Sociale Zaken en ziet zichzelf als technologiebedrijf, niet als traditionele supermarkt. De beslissing kan verstrekkende gevolgen hebben voor de Nederlandse online boodschappenmarkt.
Picnic’s Cao-Dilemma: Concurrentie of Vertrek?
Online boodschappenbezorger Picnic staat voor een cruciaal besluit: zich aanpassen aan de supermarkt-cao of Nederland verlaten. Topman Michiel Muller heeft duidelijk gesteld dat als het bedrijf de cao moet volgen, de loonkosten 40 procent hoger zullen worden, waardoor concurreren onmogelijk wordt [1][2]. Het bedrijf heeft momenteel een vrijstellingsverzoek ingediend bij het ministerie van Sociale Zaken en ziet zichzelf nadrukkelijk als technologiebedrijf, niet als traditionele supermarkt [3].
Juridische Strijd en Economische Uitdagingen
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft eerder bepaald dat Picnic onder de supermarkt-cao valt, wat het bedrijf verplicht extra toeslagen uit te betalen aan circa 35.000 medewerkers voor de periode september 2022 tot juli 2023 [4]. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft bovendien gewaarschuwd dat de cao de concurrentiepositie van Picnic kan verzwakken [5]. Muller benadrukt dat zijn bedrijf nauwelijks jongeren in dienst heeft, wat de cao-kosten onevenredig verhoogt [2].
Internationale Alternatieven
Picnic heeft recent een volledig gerobotiseerd magazijn geopend in Oberhausen, Duitsland, met 1.500 robots die dagelijks 33.000 bestellingen kunnen verwerken [6]. Dit suggereert dat het bedrijf serieus nadenkt over internationale expansie. Muller heeft echter benadrukt dat vertrek uit Nederland een laatste optie is en dat hij hoopt op een constructieve oplossing die zowel de belangen van het bedrijf als de werknemers behartigt [1][2].