Windenergie op de Noordzee: Kabinet tempert torenhoge ambities
Den Haag, woensdag, 16 juli 2025.
Het demissionaire kabinet schuift de rem op de windenergie plannen voor de Noordzee. In plaats van het oorspronkelijke doel van 50 gigawatt vermogen in 2040, rekent men nu op 30 tot 40 gigawatt. De industriële vraag naar elektriciteit blijkt minder snel te groeien dan verwacht. Minister Hermans spreekt van een ‘realistischer uitrolpad’. De aanpassing heeft directe gevolgen voor de Nederlandse energietransitie en de productie van groene waterstof. Ondanks de bijstelling blijft er tegen 2040 nog altijd het equivalent van twintig grote kolencentrales op de Noordzee staan.
Windenergie op de Noordzee: Vertraagde Ambitie
Het demissionaire kabinet heeft besloten de plannen voor windenergie op de Noordzee bij te stellen. Van het oorspronkelijke doel van 50 gigawatt in 2040 wordt nu uitgegaan van 30 tot 40 gigawatt [1][2]. De belangrijkste reden is de tegenvallende industriële elektriciteitsvraag. Momenteel staat er bijna 5 gigawatt aan windturbines op de Noordzee, wat tegen 2032 moet doorgroeien naar 20 gigawatt [2].
Gevolgen voor Energietransitie
Minister Sophie Hermans noemt dit een ‘realistischer uitrolpad’ dat past bij de huidige ontwikkelingen [1][3]. De tegenvallende vraag naar groene waterstof speelt hierbij een belangrijke rol [3]. Desondanks zal er in 2040 nog altijd het equivalent van twintig grote kolencentrales op de Noordzee staan [3]. De sector reageert kritisch: Jan Vos van NedZero stelt dat ‘het kabinet een puinhoop heeft gemaakt van de energietransitie’ [3].
Toekomstperspectief
Ondanks de bijgestelde verwachtingen blijft Nederland werken aan verduurzaming. Tennet, de netbeheerder, handhaaft voorlopig de plannen tot 2032 [3]. Het kabinet overweegt nieuwe subsidieregelingen om windenergie aantrekkelijker te maken voor energiebedrijven [2]. De internationale context speelt mee: ook andere landen zoals België, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk worstelen met soortgelijke uitdagingen in de windenergie-ontwikkeling [1].