zelfs einstein zat er soms naast: onbekende brieven in leiden gevonden
Leiden, donderdag, 28 november 2024.
In het Rijksmuseum Boerhaave zijn drie onbekende brieven uit 1911 ontdekt waarin Einstein de plank volledig missloeg. Hij adviseerde Kamerlingh Onnes precies het tegenovergestelde van wat zou leiden tot diens historische ontdekking van supergeleiding. Deze correspondentie toont aan dat zelfs ‘s werelds briljantste geest zich kon vergissen.
de historische vondst
In de archieven van het Rijksmuseum Boerhaave in Leiden zijn drie nooit eerder geziene brieven van Albert Einstein ontdekt, gericht aan de Nederlandse fysicus Heike Kamerlingh Onnes. Deze brieven, gedateerd uit 1911, geven ons een zeldzame inkijk in de gedachtenwereld van Einstein, vlak na zijn bezoek aan het laboratorium van Onnes. Hoewel Einstein in zijn brieven suggesties deed die uiteindelijk niet de juiste richting bleken, tonen ze de complexiteit en de voortdurende zoektocht naar begrip in de natuurkunde. Het laboratorium van Kamerlingh Onnes was beroemd vanwege zijn baanbrekende werk met extreem lage temperaturen, waar hij helium vloeibaar wist te maken en de basis legde voor de ontdekking van supergeleiding[1].
de ontdekking van supergeleiding
Kamerlingh Onnes ontdekte in 1911 het fenomeen van supergeleiding door experimenten met gezuiverd kwik bij temperaturen dicht bij het absolute nulpunt. Bij -269 graden Celsius verdween de elektrische weerstand van het kwik volledig, een ontdekking die hij deed zonder Einsteins advies om onzuiverheden toe te voegen op te volgen. Terwijl Einstein vasthield aan zijn eigen ideeën, gebaseerd op de controversiële quantumtheorie van die tijd, bewees Kamerlingh Onnes dat intuïtie en experimenteren soms verder reiken dan theoretische voorspellingen[2][3].
de invloed van de brieven
De brieven bieden niet alleen inzicht in de wetenschappelijke gedachten van Einstein, maar ook in de relatie tussen hem en zijn tijdgenoten in Leiden. Hoewel de band tussen Einstein en Kamerlingh Onnes koel was, was er wederzijds respect voor elkaars werk en een gedeelde passie voor wetenschap. Deze vondst onderstreept het belang van archiefonderzoek en voegt waardevolle informatie toe aan onze kennis van de geschiedenis van de natuurkunde. De brieven zullen een prominente plek krijgen in de tentoonstelling ‘Prijzenkast’ in het Rijksmuseum Boerhaave, waar ze een completer beeld geven van de wisselwerking tussen Einstein en de Leidse wetenschappelijke gemeenschap[4][5].