Statushouders krijgen meer sociale huurwoningen maar laten zelf nauwelijks huizen vrij
Nederland, woensdag, 26 november 2025.
Statushouders krijgen steeds meer sociale huurwoningen. In 2023 ging 8 procent naar hen, tegen 7 procent in 2022. Maar hier zit een probleem: slechts 17 procent van statushouders laat een vrije woning achter bij verhuizing. Gewone huurders doen dat veel vaker - ruim 50 procent. Dit betekent dat statushouders vooral vanuit asielzoekerscentra komen en weinig doorstroming creëren op de woningmarkt.
Cijfers tonen ongelijke doorstroming
Het CBS publiceerde dinsdag 26 november 2025 nieuwe cijfers die een helder beeld schetsen [1]. Van de 161.000 vrijgekomen corporatiewoningen in 2023 gingen er ruim 13.000 naar statushouders [1][2]. Dit lijkt misschien veel, maar het probleem zit hem in de doorstroming. Terwijl niet-statushouders bij verhuizing in ruim 50 procent van de gevallen een woning vrijmaken voor anderen, doet slechts 17 procent van de statushouders dit [2]. De meeste statushouders komen rechtstreeks vanuit asielzoekerscentra [2]. Voor woningzoekenden betekent dit dat elke statushouder die een woning krijgt, geen nieuwe woning vrijmaakt. Het is alsof je water in een emmer giet zonder dat er aan de onderkant iets uitloopt.
Regionale verschillen en huishoudsamenstelling
De verdeling over Nederland loopt flink uiteen. In de regio Alkmaar krijgen statushouders bijna 13 procent van alle vrijgekomen woningen, gevolgd door Midden-Limburg en Flevoland met ongeveer 12 procent [1][2]. In Delfzijl en omgeving is dit met slechts 1,5 procent het laagst [2]. Van alle starters die in 2023 een corporatiewoning betrokken, was 20 procent een huishouden met een statushouder [1]. Opvallend: 64 procent van de huishoudens met statushouders waren starters op de woningmarkt, tegen 22 procent bij huishoudens zonder statushouders [2]. Dit verschil verklaart waarom de doorstroming stagneert. Alleenstaande statushouders vormden 7 procent van alle eenpersoonshuishoudens in corporatiewoningen, een stijging van 5 procent in 2022 [2].
Gevolgen voor de woningmarkt
Eind 2023 woonden 48.000 huishoudens met een statushouder in sociale huurwoningen, 2,2 procent van het totaal [2]. Tel je voormalige statushouders mee, dan gaat het om 169.000 woningen of 7,8 procent [2]. De helft van de statushouders die in 2023 een woning kreeg, had minder dan een jaar een verblijfsvergunning [2]. Deze cijfers laten zien dat statushouders weliswaar meer woningen krijgen, maar de kringloop van de woningmarkt verstoren. Voor andere woningzoekenden betekent dit langere wachttijden. Het probleem zit niet alleen in het aantal woningen dat naar statushouders gaat, maar vooral in het feit dat zij zelden een woning achterlaten. Dit verklaart waarom de druk op sociale huurwoningen blijft toenemen, ondanks dat slechts 8 procent naar statushouders gaat.