Een half miljoen Bulgaren brengen hun regering ten val met straatprotesten
Sofia, donderdag, 11 december 2025.
Massale volksprotesten dwongen premier Zjeljazkov tot aftreden na één dag demonstreren door 500.000 Bulgaren tegen corruptie en politieke machtsgreep.
Regering valt na recordprotest van half miljoen Bulgaren
Premier Rosen Zjeljazkov kondigde donderdag 11 december zijn aftreden aan, één dag nadat een half miljoen Bulgaren de straat op gingen [1]. In Sofia alleen al demonstreerden 150.000 mensen tegen de regering [1]. “We horen de stem van burgers die tegen de regering protesteren”, zei Zjeljazkov bij zijn aankondiging [1]. Dit volgt op eerdere massaprotesten begin december waarbij de regering al gedwongen werd haar begrotingsplannen in te trekken [4]. De protesten waren volgens Bulgaarse media nog groter dan die van 1 december [4]. Het parlement zou donderdag stemmen over een motie van wantrouwen tegen de regering [1]. Deze ontwikkeling bouwt voort op de eerdere corruptieprotesten die al weken het land in hun greep hielden.
Corruptie en politieke machtsgreep drijven demonstranten
De protesten richten zich op wijdverspreide corruptie, politisering van de rechterlijke macht en de invloed van politieke partijen op het staatsapparaat [1]. Betogers eisen vooral het vertrek van oud-premier Bojko Borisov en Deljan Peevski, die op sanctielijsten staat [1][4]. Peevski’s groeiende politieke invloed was een belangrijke reden voor de protesten [1]. De begroting voor 2026, met veel geld voor staatsinstellingen en de rechtspraak, bleek de lont in het kruitvat [1]. Jongeren organiseerden veel via sociale media, samen met liberale oppositiepartijen zoals Wij Zetten de Verandering Voort [1]. Een protestbord vatte de frustratie samen: “Geef ons een reden om te blijven” [1].
Langste regering sinds 2021 valt vlak voor eurozone-toetreding
Het kabinet-Zjeljazkov was met 328 dagen de langstzittende regering sinds 2021 [1]. De minderheidsregierung met centrumrechtse Gerb als grootste partij trad aan in januari 2025 [1]. Bulgaren gingen zeven keer naar de stembus in vier jaar, gekenmerkt door lage opkomst en een versplinterd politiek landschap [1]. Bij de laatste verkiezingen in 2024 kwam nog geen 40 procent van de kiezers opdagen [4]. De steun voor de protesten lag boven 70 procent, en meer dan de helft van de bevolking wilde dat de regering aftrad [1]. Dit alles gebeurt vlak voor Bulgarije’s geplande toetreding tot de eurozone in 2026 [1][4]. Gerb-leider Borisov kondigde aan pas na 1 januari over ontslagen en protesten te praten [1].