Vrouwelijk Leiderschap op Wereldtoneel: Terugval of Tijdelijke Dip?

New York, woensdag, 20 augustus 2025.
De mondiale politiek ziet een opvallende verschuiving: het aantal landen met vrouwelijke staatshoofden is gedaald van 36 naar 30 in slechts twee jaar tijd. Deze teruggang roept fundamentele vragen op over de voortgang van gendergelijkheid. Ondanks deze daling blijven enkele vrouwen prominent aanwezig, zoals Giorgia Meloni en Mette Frederiksen. Interessant genoeg hadden slechts 82 van de huidige VN-lidstaten ooit een vrouwelijke leider, wat de complexiteit van dit vraagstuk onderstreept.
Mondiale Trend van Vrouwelijk Leiderschap
Het aantal landen met een vrouwelijke regeringsleider of staatshoofd is in twee jaar tijd gedaald van 36 naar 30, een significante teruggang die de complexiteit van gendergelijkheid in de mondiale politiek blootlegt [1]. Opvallend is dat tot de vertrekkers de langstzittende vrouwelijke leider ter wereld, Sheikh Hasina Wajed van Bangladesh, behoort [1]. Desondanks zijn er sindsdien weer twee landen bijgekomen met een vrouw aan het hoofd [1].
Historische Context van Vrouwelijk Leiderschap
Historisch gezien hebben slechts 82 van de huidige VN-lidstaten ooit een vrouwelijk staatshoofd of regeringsleider gehad [1]. Landen als Zwitserland (zeven keer), IJsland (vijf keer) en Finland (vier keer) scoren het hoogst wat betreft vrouwelijk leiderschap [1]. Momenteel worden een paar landen geleid door zowel een vrouwelijke premier als president, zoals Barbados, IJsland, Bosniƫ en Herzegovina, en Trinidad en Tobago [1].
Vrouwelijke Vertegenwoordiging in Overheden
De trend van dalende vrouwelijke vertegenwoording zet zich voort: op 1 januari 2025 hadden slechts negen van de 193 VN-lidstaten een ministersploeg die voor de helft uit vrouwen bestond [1]. Nederland laat een interessante ontwikkeling zien: het kabinet-Rutte IV was het eerste dat bij aantreden in 2022 voor de helft uit vrouwelijke ministers bestond, terwijl het demissionaire kabinet-Schoof deze mijlpaal niet haalde [1].