Kamer blaast ministermacht over vervolgingen op
Den Haag, dinsdag, 25 november 2025.
Een Kamermeerderheid steunt D66’s plan om ministers de bevoegdheid te ontnemen het OM opdracht te geven tot vervolging. De wet krijgt steun van GL-PvdA, CDA, SP, FVD en Partij voor de Dieren. Ministers hebben deze macht nauwelijks gebruikt, maar D66 wil misbruik voorkomen. VVD-minister Van Oosten is tegen omdat het de Kamer ontneemt ministers hierover ter verantwoording te roepen.
Kamerstemming breekt met traditie
De stemming vandaag, dinsdag 25 november 2025, markeert een historische breuk [1]. D66-Kamerlid Joost Sneller wil voorkomen dat toekomstige bewindspersonen misbruik maken van de vervolgingsbevoegdheid [1]. Tot nu toe hebben ministers van Justitie amper gebruikgemaakt van deze optie om het Openbaar Ministerie iemand wel of niet te laten vervolgen [1]. Maar dat betekent niet dat de macht er niet is. Stel je voor: een minister die zijn politieke tegenstanders laat vervolgen of juist zijn vrienden beschermt. Dit wetsvoorstel trekt die noodrem definitief aan.
Coalitie verdeeld over onafhankelijkheid OM
Demissionair minister Foort van Oosten (VVD) stemt tegen zijn eigen Kamer [1]. Volgens hem ontneemt de wet de Tweede Kamer de mogelijkheid om ministers ter verantwoording te roepen over wat er gebeurt bij het OM [1]. VVD, BBB en SGP zijn eveneens tegen het voorstel en ook 50PLUS overweegt tegen te stemmen [1]. De steunende partijen - GL-PvdA, CDA, SP, FVD en Partij voor de Dieren - vormen echter een solide meerderheid [1]. Het is opmerkelijk dat FVD, vaak kritisch op het OM, nu juist de onafhankelijkheid ervan steunt.
Wat betekent dit voor burgers?
Voor gewone Nederlanders verandert er weinig in de dagelijkse praktijk. Het OM blijft gewoon vervolgingsbeslissingen nemen [GPT]. Maar de symbolische waarde is groot. Geen minister kan straks meer fluisteren in het oor van de hoofdofficier: ‘Laat die zaak maar rusten’ of ‘Pak die persoon eens stevig aan’. De scheiding der machten krijgt hiermee een extra beschermlaag. Critici vrezen dat ministers nu minder goed aanspreekbaar zijn op justitieel beleid. Voorstanders juichen: eindelijk een echt onafhankelijk OM. Of dit de rechtsstaat sterker maakt, zal de praktijk moeten uitwijzen.