recordaantal huurhuizen komt in handen van starters
Nederland, donderdag, 21 november 2024.
Een ongekende verschuiving op de woningmarkt: 3.550 huurwoningen werden in het derde kwartaal van 2024 verkocht aan particulieren, het hoogste aantal in tien jaar tijd. Vooral starters profiteren van deze ontwikkeling, waarbij kleine verhuurders massaal hun panden van de hand doen. Deze trend, vooral zichtbaar in de grote steden, wordt gedreven door nieuwe wetgeving en hogere kosten voor verhuurders.
de rol van wetgeving en economische factoren
De verkoopgolf van huurwoningen aan particulieren, met name starters, is een direct gevolg van een combinatie van nieuwe wetgeving en economische factoren. De introductie van de Wet betaalbare huur heeft de mogelijkheden voor verhuurders om hun huurprijzen te verhogen beperkt. Hierdoor is het voor veel beleggers minder aantrekkelijk geworden om woningen aan te houden voor verhuur[1]. Daarnaast hebben stijgende hypotheekrentes en een verhoging van de overdrachtsbelasting bijgedragen aan de beslissing van verhuurders om hun woningen te verkopen[1]. Deze veranderingen maken de huurmarkt minder lucratief, waardoor verhuurders massaal kiezen voor verkoop, vooral in de grote steden zoals Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht[1].
impact op de starters en de woningmarkt
Voor starters op de woningmarkt biedt deze trend een welkome kans. De woningen die voorheen als huurwoningen werden aangeboden, komen nu beschikbaar voor koopstarters, vaak tegen gunstigere prijzen dan het gemiddelde aanbod. In Rotterdam bijvoorbeeld, worden woningen van beleggers aanzienlijk goedkoper verkocht dan de reguliere prijzen, wat de toegankelijkheid voor starters vergroot[2]. Deze ontwikkeling zorgt ervoor dat starters, die vaak moeite hebben om een betaalbare koopwoning te vinden, hun slag kunnen slaan en een voet aan de grond krijgen op de koopmarkt[2]. Het Kadaster meldt dat twee op de drie woningen die in het derde kwartaal werden verkocht, terechtkwamen bij starters[1].
kritiek en toekomstperspectief
De verschuiving van huur- naar koopwoningen heeft niet alleen voordelen. Er is ook kritiek vanuit de sector, met name op de Wet betaalbare huur. De president van De Nederlandsche Bank, Klaas Knot, heeft opgeroepen tot herziening van deze wet, omdat het aanbod van huurwoningen krimpt en de huurprijzen stijgen[1]. De huidige minister van Wonen, Mona Keijzer, heeft bezorgdheid geuit over de ontwikkelingen op de huurmarkt en overweegt de nieuwe wet volgend jaar te evalueren[1]. Ondanks deze zorgen lijkt de trend van het verkopen van huurwoningen door te zetten, wat de verhoudingen op de Nederlandse woningmarkt blijvend kan veranderen. De uitdaging blijft om een balans te vinden tussen het beschermen van huurders en het stimuleren van een gezonde woningmarkt die zowel huurders als kopers bedient.