Nederlandse spaarrekeningen groeien spectaculair, maar één op de vijf kan geen kapotte wasmachine betalen
Amsterdam, dinsdag, 2 december 2025.
Drie op de vijf Nederlanders heeft nu meer dan 3000 euro gespaard, een flinke stijging in twee jaar tijd. Tegelijk leeft bijna een vijfde met minder dan 500 euro buffer - te weinig voor zelfs een simpele reparatie.
Van de helft naar drie vijfde in twee jaar
Het ING Spaaronderzoek 2025 toont een opmerkelijke trend [1][2]. Waar vorig jaar nog ruim de helft van de spaarders meer dan 3000 euro achter de hand had, is dat nu drie op de vijf [1][2]. Nog indrukwekkender: het aantal mensen met meer dan 10.000 euro buffer steeg in twee jaar van 25 naar 34 procent [1][2]. ING voert deze stijging terug op een simpele reden - steeds meer Nederlanders zetten maandelijks meer dan 200 euro of zelfs 500 euro weg [1][2]. Het onderzoek werd uitgevoerd onder meer dan duizend Nederlanders [1][2].
De kwetsbare groep krimpt, maar blijft zorgelijk
Goed nieuws: de groep met minder dan 500 euro spaargeld krimpt van 22 procent in 2023 naar 18 procent nu [1][2]. Maar dat betekent nog altijd dat bijna een vijfde van de Nederlandse spaarders financieel kwetsbaar is [1][2][3]. Voor hen kan een kapotte wasmachine direct tot problemen leiden [3]. De helft van alle spaarders maakt zich zorgen over hun spaarsaldo [1][2][3]. Vooral jongeren vinden sparen moeilijker dan in de tijd van hun ouders [1][2].
Beleggen wordt populairder
Naast sparen ontdekken steeds meer Nederlanders het beleggen. Het aantal beleggers steeg van 22 procent in 2023 naar 31 procent in 2025 [1][2]. Deze trend past bij de groeiende financiële zelfredzaamheid die uit het onderzoek naar voren komt. ING bevestigt dat sparen diep geworteld zit in de Nederlandse cultuur - ouders geven dit vaak door aan hun kinderen [GPT].