Costa's kennismakingstour: EU's nieuwe leider bezoekt Nederland
Den Haag, donderdag, 10 oktober 2024.
António Costa, de nieuwe voorzitter van de Europese Raad, komt vrijdag naar Nederland. Hij ontmoet premier Schoof als deel van zijn ronde langs alle EU-leiders. Costa neemt in december het stokje over van Charles Michel.
De context van Costa’s tour
António Costa, de huidige premier van Portugal, is bezig met een uitgebreide tour langs alle 27 EU-leiders. Deze tour is meer dan alleen een beleefdheidsbezoek; het is een strategische zet om inzicht te krijgen in de nationale prioriteiten en zorgen van elk land voordat hij op 1 december 2024 de voorzittershamer van de Europese Raad overneemt van Charles Michel. Het bezoek aan Nederland is een belangrijk onderdeel van zijn route, aangezien het land een centrale rol speelt in de EU met zijn nadruk op handel en innovatie[1][2].
Belangrijke gesprekken op de agenda
Tijdens zijn ontmoeting met minister-president Schoof zal Costa naar verwachting een breed scala aan onderwerpen bespreken die van cruciaal belang zijn voor de toekomst van de EU. Thema’s zoals vergroting van de Europese concurrentiekracht, versterking van de interne markt, en gezamenlijke defensie-initiatieven staan hoog op de agenda. Costa’s recente ontmoeting met de Estse premier Kristen Michal benadrukte al de noodzaak van een collectieve EU-inspanning voor defensie en economische groei[3]. Het Nederlandse perspectief op deze kwesties zal ongetwijfeld invloed hebben op Costa’s aanpak als toekomstige voorzitter.
Nederland’s rol in de Europese Unie
Nederland staat bekend om zijn pragmatische benadering binnen de EU, gericht op het verminderen van administratieve lasten en het bevorderen van handel. Minister-president Schoof zal waarschijnlijk Costa wijzen op de noodzaak van een sterkere focus op innovatie en digitale infrastructuur binnen de EU. Dit sluit aan bij de bredere Europese doelen van het verbeteren van grensoverschrijdende connectiviteit en het bevorderen van duurzame energieoplossingen. De ontmoeting biedt ook een kans om de lopende steun aan Oekraïne te bespreken, een onderwerp dat zowel voor Nederland als voor de EU als geheel van vitaal belang is[3].