Agema krabbelt terug: 'Uitspraak over noodwet had ik niet moeten doen'
Den Haag, zondag, 13 oktober 2024.
PVV-vicepremier Fleur Agema trekt haar uitdagende woorden over het staatsnoodrecht in. Ze betuigt spijt en benadrukt respect voor het parlement. Premier Schoof noemt het een ‘ongelukkige uitspraak’. De discussie over asielmaatregelen zorgt voor spanningen binnen de coalitie.
Een politieke achtbaanrit
Fleur Agema, de vicepremier van de PVV, heeft zich in een lastig parket gewerkt met haar recente opmerkingen over het staatsnoodrecht. Tijdens een interview merkte Agema op dat ze benieuwd was wie ‘zo stoer’ zou zijn om de noodwet tegen te houden, iets wat ze nu betreurt. ‘Dat had ik niet moeten doen,’ verklaarde ze later. Agema benadrukt nu juist respect te hebben voor het parlement en wil geen dreigementen uiten. Premier Dick Schoof heeft de uitspraken van Agema als ‘ongelukkig’ betiteld en probeert de gemoederen te sussen binnen de coalitie[1][2].
De coalitie onder druk
De opmerkingen van Agema hebben voor spanningen gezorgd binnen de coalitie. De discussie over de asielnoodwet dreigt de coalitie te splijten, met de PVV die voorstander is van het staatsnoodrecht en andere partijen zoals de NSC die liever een spoedwet zien. GroenLinks-PvdA leider Frans Timmermans heeft al spoedvragen gesteld aan premier Schoof over deze kwestie. Het is duidelijk dat de coalitie een delicaat evenwicht moet bewaren om de regeringsplannen niet te laten ontsporen[3][4].
De toekomst van de noodwet
Met Agema’s herroeping van haar uitspraak lijkt de focus nu te liggen op het vinden van een werkbare oplossing voor de asielproblematiek. De PVV-minister Marjolein Faber moet binnenkort een voorstel presenteren dat een compromis kan bieden tussen de verschillende standpunten. Dit voorstel zal naar verwachting binnen twee weken voorgelegd worden aan de ministerraad. De coalitie is vastbesloten om met een oplossing te komen die zowel de noodzaak van het staatsnoodrecht als de zorgen van de Eerste Kamer adresseert. Of dit voldoende is om de spanningen binnen de coalitie te verminderen, blijft echter de vraag[5][6].