Slavernijverleden op schoolbanken: Tweede Kamer eist historische openheid

Den Haag, donderdag, 12 juni 2025.
De Tweede Kamer heeft een principieel debat gevoerd over de integratie van het Nederlandse slavernijverleden in het onderwijscurriculum. Kamerleden benadrukten dat de huidige geschiedenislessen onvolledig zijn en de koloniale werkelijkheid verhullen. Minister Uitermark erkende de noodzaak om racistische denkbeelden en historische achterstelling bespreekbaar te maken. Het debat toonde de politieke bereidheid om een eerlijker en inclusiever onderwijsperspectief te ontwikkelen, waarbij de schaduwzijde van de Nederlandse historie niet langer wordt verzwegen.
Kamerleden eisen openheid over slavernijverleden
Tijdens een historisch debat op 12 juni 2025 hebben Kamerleden nadrukkelijk gepleit voor een diepgaande behandeling van het Nederlandse slavernijverleden in het onderwijscurriculum. Faith Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) stelde scherp: ‘Zolang kinderen op school leren over de Nederlandse Gouden Eeuw, maar nauwelijks over plantagesystemen, zullen we langs elkaar heen blijven praten’ [1]. Michiel van Nispen (SP) benadrukte dat het slavernijverleden een integraal onderdeel van het onderwijs moet worden [1].
Minister erkent noodzaak van historische reflectie
Demissionair minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken erkende de oproep van de Kamerleden en bevestigde dat er wordt gewerkt aan een meer transparante behandeling van het koloniale verleden [2]. Sommige parlementariërs waren echter kritisch. Eerdmans (Ja21) sprak van ‘eindeloze zelfkastijding’, terwijl Van Haasen (PVV) het had over een ‘slachtofferindustrie’ [3]. Ondanks deze tegengeluiden bleek er brede steun voor meer aandacht voor het slavernijverleden in het onderwijs [1].
Maatschappelijke discussie blijft actueel
Het debat sluit aan bij de bredere maatschappelijke dialoog over erkenning en herdenking van het koloniale verleden. Hoogleraar Guno Jones benadrukte dat het slavernijverleden ‘erfgoed van ons allemaal’ is [4]. De discussie toont aan dat de impact van het slavernijverleden nog steeds voelbaar is en verdere reflectie en educatie noodzakelijk blijft [5].