Nederland scoort schokkend hoog: een op de drie jongeren stopt voortijdig met studie

Nederland scoort schokkend hoog: een op de drie jongeren stopt voortijdig met studie

2025-12-16 binnenland

Nederland, dinsdag, 16 december 2025.
Nederland staat onverwacht aan kop in Europa met het hoogste percentage studieuitval. Maar liefst 32,2% van de Nederlandse jongeren tussen 15 en 34 jaar stopte minstens één keer voortijdig met hun opleiding - meer dan dubbel het Europese gemiddelde van 14,2%. Denemarken en Luxemburg volgen op ruime afstand. Het meest verbazingwekkende? Geld speelt nauwelijks een rol bij de beslissing om te stoppen. In plaats daarvan vallen jongeren vooral uit omdat hun studie niet aansluit bij hun verwachtingen of te moeilijk blijkt te zijn. Deze cijfers van Eurostat uit 2024 werpen vragen op over de kwaliteit van ons onderwijssysteem. Waarom presteren landen als Roemenië en Griekenland zoveel beter met uitvalpercentages onder de 3%? En wat betekent dit voor de toekomst van Nederlandse jongeren op de arbeidsmarkt?

Verwachtingen versus realiteit: waarom Nederlandse studenten massaal afhaken

De belangrijkste reden waarom Nederlandse jongeren hun studie voortijdig beëindigen is verrassend simpel: de opleiding voldoet niet aan hun verwachtingen of is te moeilijk [1]. Dit geldt voor 42,6% van alle uitvallers in de EU [1]. Denk aan een student die rechten gaat studeren omdat hij advocaat wil worden, maar na een jaar ontdekt dat het vooral draait om het uit je hoofd leren van wetsartikelen. Of een mbo’er die elektrotechniek kiest, maar merkt dat de wiskunde veel ingewikkelder is dan verwacht. Financiële problemen spelen nauwelijks een rol - slechts 5,3% van de uitvallers noemt geldgebrek als hoofdreden [1]. Andere redenen zijn familieproblemen (18,5%) en de voorkeur voor werken (13,8%) [1]. Opvallend is dat bij hogere opleidingen het percentage studenten dat stopt vanwege te hoge verwachtingen nog hoger ligt: 50,2% [1].

Europa in contrast: Nederland versus de buitenbeentjes

Terwijl Nederland met 32,2% uitval de Europese ranglijst aanvoert, presteren andere landen opmerkelijk beter [1]. Roemenië scoort het laagst met slechts 1,5% uitval, gevolgd door Griekenland (2,2%) en Bulgarije (3,5%) [1]. Dat is een verschil van ruim 21.467 keer tussen Nederland en Roemenië. Deze landen hebben duidelijk een ander onderwijssysteem of andere verwachtingen. Denemarken (27,1%) en Luxemburg (24,8%) staan ook hoog, maar blijven ver onder het Nederlandse niveau [1]. Dit roept vragen op: maken Nederlandse jongeren verkeerde studiekeuzes, of sluiten onze opleidingen slecht aan bij de praktijk? Het antwoord heeft gevolgen voor duizenden jongeren die straks zonder diploma op de arbeidsmarkt verschijnen.

Gevolgen voor de toekomst: wat dit betekent voor Nederland

Het hoge uitvalpercentage in Nederland baart zorgen over de effectiviteit van ons onderwijssysteem [GPT]. Met ruim 18 procentpunt boven het EU-gemiddelde lopen we het risico op een generatie jongeren zonder afgeronde opleiding [1]. Dit heeft directe gevolgen: werkgevers krijgen minder gekwalificeerde medewerkers, jongeren missen kansen op de arbeidsmarkt, en Nederland verliest concurrentiekracht. Het probleem vraagt om concrete actie. Betere voorlichting over studies, meer praktijkgerichte opleidingen, en realistischere verwachtingen kunnen helpen. Want als een op de drie jongeren stopt met studeren, dan klopt er iets fundamenteels niet. De vraag is nu: gaat het kabinet ingrijpen, of laten we deze koploper-positie voor wat hij is?

Bronnen


jongeren onderwijsuitval