Premier Schoof zet voet bij stuk: 'Verras ons niet steeds'
New York, zaterdag, 28 september 2024.
Premier Dick Schoof roept coalitiepartijen op tot betere samenwerking. Na kritiek in eigen land wil hij meer regie nemen. Ondanks binnenlandse spanningen benadrukt Schoof Nederlands belang op het wereldtoneel tijdens VN-top in New York.
De oproep van Schoof
Tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York heeft premier Dick Schoof zijn frustraties geuit over de huidige politieke situatie in Nederland. Hij gaf aan dat hij het zat is om constant verrast te worden door de coalitiepartijen met onverwachte acties. Schoof benadrukte dat deze verrassingen het regeren ingewikkeld maken en dat er meer samenwerking nodig is. Hij zei: ‘Als de coalitiepartijen ons permanent onder vuur nemen, dan wordt het wel erg ingewikkeld.’[1]
Internationale en binnenlandse uitdagingen
Naast de binnenlandse spanningen heeft Schoof ook aandacht besteed aan Nederland’s rol op het wereldtoneel. Hij sprak met verschillende wereldleiders, waaronder president Joe Biden en leiders van de Palestijnse Autoriteit en Israël. Schoof benadrukte dat, hoewel Nederland geen groot land is, het een belangrijke rol speelt in internationale diplomatie: ‘Nederland is geen groot land, maar we zijn belangrijk, onze opvatting doet ertoe.’ De premier merkte op dat Nederland serieus wordt genomen in de internationale gemeenschap, ondanks de interne politieke uitdagingen.[1]
Reacties van politieke leiders
De oproep van Schoof kon rekenen op gemengde reacties van andere politieke leiders. Rob Jetten van D66 had eerder kritiek geuit op Schoof door hem te bestempelen als een ‘ambtelijk voorlezer’, wat tot boosheid leidde bij Schoof. Geert Wilders van de PVV stelde dat Schoof ‘absoluut niet de baas’ is en dat de Tweede Kamer staatsrechtelijk ‘de baas’ is. Sinds zijn aantreden is er onduidelijkheid over Schoof’s positie als partijloos premier van een kabinet dat losser wil opereren van de vierpartijencoalitie. Schoof benadrukte dat hij meer contact wil met ministers en partijleiders om het asielvoorstel en andere beleidsvraagstukken effectief te kunnen leiden.[1]