CDA'er Lenaers ontmaskert Orbáns schijnvertoning in EU-debat
Brussel, woensdag, 9 oktober 2024.
CDA-Europarlementariër Jeroen Lenaers neemt Viktor Orbán onder vuur tijdens EU-debat. Hij beschuldigt de Hongaarse premier van hypocrisie en theater voor eigen achterban. Orbán presenteert een pro-Europees programma dat haaks staat op zijn binnenlandse beleid. Lenaers ziet dit als poging om dalende peilingen te keren.
Schijn en werkelijkheid
In het debat in Straatsburg trekt Lenaers fel van leer tegen Orbán, die volgens hem theatrale spelletjes speelt om zijn eigen achterban te sussen. Terwijl Orbán in het Europees Parlement een programma presenteert dat zogenaamd de democratie en rechtsstaat wil beschermen, wijst Lenaers erop dat de Hongaarse premier in eigen land juist deze waarden ondermijnt. Lenaers benadrukt dat Orbán’s beleid in Hongarije niet strookt met de mooie woorden die hij in Europa verkondigt. Het is een klassieke ‘doe wat ik zeg, niet wat ik doe’ situatie[1].
Hypocrisie op meerdere fronten
Lenaers laat geen spaan heel van Orbán’s beleid op meerdere fronten. Terwijl de Hongaarse leider zich hardop uitspreekt tegen illegale migratie, laat hij volgens Lenaers de achterdeur openstaan voor Russische migranten. Ook op economisch vlak ziet Lenaers tegenstrijdigheden: Orbán praat over het versterken van de Europese concurrentiepositie, terwijl hij de Hongaarse economie in de handen van China legt. Deze dubbele standaarden zijn volgens Lenaers een gevaar voor de geloofwaardigheid van de EU en vragen om kritische vragen in het Parlement[1].
Politiek theater
Lenaers is sceptisch over het effect van zijn kritiek op Orbán. Hij vermoedt dat de Hongaarse premier het EU-debat vooral beschouwt als een kans om zijn binnenlandse populariteit op te vijzelen, nu zijn peilingen dalen. Het debat is volgens Lenaers minder een platform voor daadwerkelijke beleidsverandering en meer een podium voor Orbán’s politieke toneelstuk. Toch blijft hij erbij dat het belangrijk is de feiten op tafel te leggen, zodat de Hongaarse bevolking zelf een afgewogen mening kan vormen[1].