Europa geeft meer dan ooit uit aan sociale zekerheid maar de verschillen tussen landen zijn enorm
Brussel, maandag, 10 november 2025.
De EU besteedt bijna 5000 miljard euro aan sociale bescherming in 2024. Dat is 27,3% van het totale BBP. Finland spendeert 32,5% van zijn BBP hieraan, terwijl Ierland slechts 12,4% uitgeeft. De grootste kostenposten zijn pensioenen en zorgkosten. Estland verhoogde zijn sociale uitgaven met maar liefst 19,5%, de grootste stijging van alle EU-landen.
Oudere landen geven het meest uit
De cijfers van Eurostat tonen een Europa dat steeds meer uitgeeft aan zijn burgers [1]. In 2024 bereikte de totale uitgaven aan sociale bescherming €4.925 miljard, een stijging van 6.9 procent ten opzichte van 2023 [1]. Deze uitgaven vertegenwoordigen nu 27.3 procent van het totale EU-BBP, een toename van 0.6 procentpunt [1]. Finland voert de lijst aan met 32.5 procent van het BBP besteed aan sociale bescherming, gevolgd door Frankrijk met 31.9 procent en Oostenrijk met 31.8 procent [1]. Aan de andere kant van het spectrum staan Ierland met slechts 12.4 procent, Malta met 13.4 procent en Hongarije met 16.6 procent [1]. Deze verschillen tonen hoe diverse de sociale systemen binnen Europa zijn - een Fin krijgt dus meer dan twee keer zoveel sociale bescherming als een Ier.
Pensioenen en zorg kosten het meest
Waar gaat al dat geld naartoe? Ouderdomspensioenen vormen veruit de grootste kostenpost met €2.044 miljard, goed voor 41.5 procent van alle sociale uitgaven [1]. Ziektekosten en gezondheidszorg komen op de tweede plaats met €1.463 miljard, oftewel 29.7 procent [1]. Samen nemen deze twee categorieën dus meer dan zeventig procent van alle sociale uitgaven voor hun rekening [GPT]. De overige categorieën omvatten invaliditeitsuitkeringen, nabestaandenpensioenen, kinder- en gezinstoelagen, werkloosheidsuitkeringen, huisvestingssteun en sociale uitsluiting [1]. Voor de gewone burger betekent dit dat het grootste deel van hun sociale premies naar de pensioenen van hun ouders en grootouders gaat, en naar de zorgkosten die iedereen vroeg of laat zal maken.
Oost-Europa verhoogt uitgaven het snelst
Alle EU-landen verhoogden hun sociale uitgaven in 2024, maar de verschillen zijn opvallend [1]. Estland spant de kroon met een stijging van 19.5 procent, gevolgd door Kroatië met 17.8 procent en Roemenië met 17.5 procent [1]. Dit zijn vooral Oost-Europese landen die hun sociale systemen aan het inhalen zijn. Aan de andere kant zitten Griekenland met slechts 3.2 procent stijging, Zweden met 3.9 procent, en Italië en Denemarken beide met 4.3 procent [1]. Deze cijfers komen van vroege schattingen die Eurostat op 7 november 2025 publiceerde, gebaseerd op het Europese systeem van geïntegreerde sociale beschermingsstatistieken [1]. Voor burgers in Estland betekent dit concreet dat hun sociale uitkeringen dit jaar bijna een vijfde hoger zijn dan vorig jaar - een flinke verbetering van hun koopkracht.