Rusland jaagt doelbewust op journalisten met drones om oorlogsmisdaden te verhullen
Kiev, donderdag, 23 oktober 2025.
Twee Oekraïense journalisten sterven bij gerichte drone-aanval op benzinestation. President Zelensky noemt het geen toeval maar bewuste strategie om onafhankelijke berichtgeving stil te leggen. Sinds 2022 vielen al 20 journalisten.
Dodelijke drone-aanval op journalisten in Kramatorsk
In Oekraïne zijn zondag 20 oktober 2025 twee journalisten omgekomen bij een gerichte Russische drone-aanval in Kramatorsk [1][2]. Olena Hoebanowa en cameraman Jevhen Karmazin van het staatstelevisiekanaal Freedom zaten in hun auto bij een benzinestation toen een Lancet-drone hen raakte [1][2]. Een derde journalist, Oleksandr Kolitsjev, overleefde de aanval maar raakte gewond [1][2]. De Lancet is een dure en krachtige drone die normaal tanks en gepantserde voertuigen aanvalt [2]. Deze keer richtte Rusland hem op journalisten. Volgens gouverneur Vadim Filasjkin van de regio Donetsk werkten de slachtoffers ‘in de heetste brandhaarden van Donbas’ en waren ze ‘er altijd als eerste’ [4].
Zelensky: bewuste strategie om vrije pers te onderdrukken
President Zelensky noemde de aanval geen toeval. ‘Dit zijn geen ongelukken of fouten, maar is een bewuste Russische strategie om alle onafhankelijke stemmen die verslag doen van de Russische oorlogsmisdaden in Oekraïne het zwijgen op te leggen’, zei hij [1][2]. Sinds februari 2022 zijn minstens 20 journalisten gedood in Oekraïne [1][2]. Volgens het Instituut voor Massamedia van Oekraïne ligt het werkelijke aantal veel hoger: 114 Oekraïense journalisten stierven tijdens hun werk sinds de oorlog begon [3]. Eerder deze maand kwam ook een Franse fotojournalist om bij een drone-aanval ten zuiden van Kramatorsk [2]. Hij was volgens de Europese Federatie van Journalisten de eerste journalist die in Oekraïne door een drone werd gedood [2].
Kerncentrale Zaporizja krijgt weer stroom na maandenlange crisis
Ondertussen kreeg de kerncentrale van Zaporizja maandag 21 oktober 2025 weer elektriciteit nadat een belangrijke stroomkabel was gerepareerd [1][2]. Europa’s grootste kerncentrale was een maand afgesloten van het stroomnet en overleefde op noodgeneratoren [1][2]. Dat was nog nooit eerder gebeurd tijdens deze oorlog [2]. Het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) maakte zich ernstige zorgen over de veiligheid [2]. Werkzaamheden aan de stroomtoevoer konden alleen plaatsvinden door een lokaal staakt-het-vuren [1][2]. De zwaarste hoogspanningskabel is nu hersteld, aan de andere twee wordt nog gewerkt [1][2]. De kerncentrale werd kort na het begin van de oorlog door Rusland ingenomen [2]. Alle zes reactoren zijn uitgeschakeld en wekken geen stroom meer op [2].