Airbnb-gast claimt huurrechten en dwingt eigenaar naar het fietsenhok
Nederland, woensdag, 31 december 2025.
Een 80-jarige huiseigenaar uit Heerhugowaard woont nu in zijn fietsenhok omdat een Nieuw-Zeelandse vader met drie kinderen weigert zijn woning te verlaten. De man huurde via Airbnb twee kamers voor 1800 euro per maand, maar gebruikt het hele huis van 260 vierkante meter. Op 13 januari 2026 beslist de rechter of de sterke Nederlandse huurbescherming de ‘gast’ kan redden van uitzetting.
Van korte vakantie naar permanente bewoning
Het begon als een gewone Airbnb-verhuur in april 2025. Hailu Yewdineh (80) verhuurde twee kamers in zijn 260 vierkante meter grote woning aan een Nieuw-Zeelandse vader met drie kinderen van 18, 16 en 12 jaar oud [1][2]. De man kwam net gescheiden naar Nederland en zocht tijdelijk onderdak [1]. Na enkele dagen besloten beiden de huur buiten Airbnb om te regelen voor 1800 euro per maand [1][2]. Maar waar Yewdineh stelt dat er afspraken waren over vertrek in augustus 2025, beweert de huurder dat hij mocht blijven zolang hij wilde [2]. Nu, bijna negen maanden later, voelt Yewdineh zich niet meer thuis in zijn eigen huis. “Het lijkt of ik geen rechten heb,” klaagt hij [2]. De situatie escaleerde zo erg dat de 80-jarige eigenaar sinds september 2025 noodgedwongen in zijn fietsenhok bivakkeert [1][2].
Rechtszaak toont problemen kortetermijnverhuur
Op 30 december 2025 stonden beide partijen voor de rechter in Alkmaar [1][2]. De vader, die beweert niets verkeerds te hebben gedaan, diende vlak voor de zitting nog een pakket WhatsApp-berichten in als bewijs [1]. Hij vreest dat hij en zijn kinderen op straat komen te staan als hij moet vertrekken [2]. Yewdineh’s advocaat Frans Baars stelt dat voor 1800 euro “deze huurder heus wel wat kan vinden, maar niet zo riant als deze woning” [2]. De eigenaar klaagt dat de huurder inmiddels het hele huis gebruikt en er “alles kapot maakt” [2]. De rechter erkende dat er mogelijk sprake is van een huurovereenkomst met bijbehorende huurderbescherming [1]. Yewdineh bood aan dat de familie tot uiterlijk 1 maart 2026 mag blijven, maar de huurder wil vertrekken op eigen tijd [1].
Uitspraak bepaalt toekomst van Airbnb-verhuur
De zaak illustreert hoe Nederlandse huurbescherming Airbnb-verhuurders kan treffen [2]. Zodra er sprake is van een huurovereenkomst, gelden sterke beschermingsregels voor huurders [GPT]. Op 13 januari 2026 doet de rechter uitspraak [2]. Deze beslissing kan precedent scheppen voor andere Airbnb-verhuurders die met vergelijkbare situaties worden geconfronteerd. Ondertussen blijft Yewdineh in zijn fietsenhok wonen, terwijl hij kerst niet eens in zijn eigen huis kon vieren [2]. De zaak toont aan dat kortetermijnverhuur via platforms zoals Airbnb onverwachte juridische risico’s met zich mee kan brengen. Voor verhuurders die overwegen hun woning via Airbnb aan te bieden, is deze zaak een waarschuwing: zorg voor waterdichte afspraken over de verhuurduur en wees je bewust van de sterke Nederlandse huurbescherming.