kabinet geeft dieselbusjes vijf jaar extra tijd voor zero-emissie
Nederland, zaterdag, 23 november 2024.
Goed nieuws voor ondernemers met schone dieselbusjes: ze mogen tot 2029 blijven rijden in binnensteden. Het kabinet verlengt de overgangsperiode met een jaar en wil bovendien een boetevrij eerste jaar. Veertien gemeenten, waaronder Den Haag en Assen, zijn het hier niet mee eens en houden vast aan hun eigen plannen. Dit zorgt voor spanning tussen lokaal en landelijk bestuur.
uitstel en spanning
Het besluit van het kabinet om de invoering van zero-emissiezones voor schone dieselbusjes uit te stellen tot 2029 biedt ondernemers meer ademruimte. Staatssecretaris Chris Jansen benadrukt dat dit ondernemers de kans geeft hun wagenpark in een passend tempo te verduurzamen[1]. Echter, veertien gemeenten, waaronder Den Haag en Assen, zien dit uitstel als een ondermijning van hun jarenlange voorbereidingen. Zij willen vasthouden aan de oorspronkelijke planning om vanaf 2025 emissievrije zones in te voeren[2].
gemeenten houden voet bij stuk
De gemeenten zijn vastberaden om hun plannen door te zetten, ondanks de oproep van het kabinet voor een boetevrije periode van een jaar[3]. Wethouder Robert Barker van Den Haag noemt het voorstel van de staatssecretaris onbetrouwbaar en benadrukt dat Den Haag een boetevrije periode van slechts vier maanden hanteert[4]. Assen deelt deze kritische houding en stelt dat een boetevrije periode oneerlijk zou zijn tegenover ondernemers die al in nieuwe voertuigen hebben geïnvesteerd[5].
economische en milieubelangen
Er is breed begrip voor de economische zorgen van ondernemers, maar de gemeenten benadrukken ook de dringende noodzaak voor schone lucht in de stedelijke omgeving. In Den Haag is de luchtkwaliteit op veel plekken ondermaats, wat de urgentie van emissievrije zones onderstreept[4]. Erik Ziengs, voorzitter van Stichting Vaart in Assen, vreest echter dat de kosten van elektrische voertuigen de leefbaarheid van binnensteden kunnen aantasten[5]. Het kabinet en de gemeenten staan voor de uitdaging om een balans te vinden tussen economische haalbaarheid en milieudoelstellingen.