ProRail schrapt grote projecten vanaf 2026 door geldgebrek
Haarlem, donderdag, 11 december 2025.
Nederland krijgt alleen nog minimaal spooronderhoud vanwege tekorten aan budget en personeel. ProRail waarschuwt dat het spoornetwerk dreigt te verouderen tot een ‘spoormuseum’
Geldtekort dwingt ProRail tot drastische keuzes
ProRail-topman John Voppen maakte vrijdag 6 december tijdens een persbijeenkomst in Haarlem bekend dat de spoorbeheerder vanaf 2026 noodgedwongen alleen nog minimaal onderhoud kan uitvoeren [2]. Voor volgend jaar staan nog ruim vierhonderd grote onderhoudsprojecten gepland, met een totaalbedrag van 1,8 miljard euro [1][3]. Maar daarna houdt het op. “Vanaf volgend jaar moet vaker gekozen worden voor minimaal onderhoud in plaats van vernieuwing”, aldus Voppen [2]. Het probleem raakt iedereen die de trein neemt. Station Haarlem, gebouwd in 1842, dreigt een spoorwegmuseum te worden omdat uitbreidingsplannen zijn geschrapt [2]. “Er komt heel veel nieuwe woningbouw op de route naar Amsterdam en daarom willen we station Haarlem graag klaar maken voor de toekomst. Maar dat kan niet, het geld ontbreekt”, waarschuwt Voppen [2].
Duitsland als schrikbeeld voor Nederlandse spoor
ProRail wijst naar Duitsland als waarschuwing waar uitstel van onderhoud toe leidt [3]. Daar hebben jarenlange bezuinigingen geleid tot veel uitval, vertragingen en uiteindelijk hogere kosten [3]. “Dat lijkt een besparing, maar het is in werkelijkheid een verschuiving”, legt Voppen uit. “We moeten later nog eens terugkomen en dat maakt het duurder, zorgt voor meer hinder en vraagt om meer vakmensen die al schaars zijn op de arbeidsmarkt” [3]. ProRail pleit samen met Rijkswaterstaat voor verhoging van de rijksinvesteringen in infrastructuur van 1,2 procent naar 2 procent van het bbp [1][3]. Volgens de Algemene Rekenkamer is er 54,5 miljard euro nodig voor infrastructuuronderhoud, waarvan 20 miljard euro voor ProRail [5]. Tot nu toe waren er in 2025 al meer grote storingen op het spoor dan toegestaan [3].
Concrete gevolgen voor reizigers worden zichtbaar
De bezuinigingen hebben directe gevolgen voor treinreizigers. Vanaf oktober 2026 zijn reizigers tussen Alphen aan den Rijn en Bodegraven negen maanden aangewezen op busvervoer door werkzaamheden aan de Gouwespoorbrug [3]. Ook de verbinding tussen Leiden en Utrecht raakt verstoord [3]. De hogesnelheidslijn heeft dringende reparaties nodig ter waarde van 580 miljoen euro door constructiefouten in tien viaducten [2]. ProRail waarschuwt dat zonder structurele investeringen Nederland “blijft hangen in een onderhoudsmodus” waarbij het spoornetwerk “alleen een spoormuseum” wordt [1]. NS-topman Wouter Koolmees steunt deze waarschuwing: “De ondergrens is in zicht. Dit is waar we al jaren voor waarschuwen. Op deze manier kunnen we als NS ook moeilijker verbeteringen voor reizigers doorvoeren” [2].