Nederlands hof verklaart dat Nederland genocide in Gaza moet voorkomen

Nederlands hof verklaart dat Nederland genocide in Gaza moet voorkomen

2025-11-10 binnenland

Den Haag, maandag, 10 november 2025.
Het Haagse gerechtshof heeft Nederland verplicht maatregelen te nemen tegen genocide in Gaza, zonder te wachten op het Internationaal Gerechtshof. Voor het eerst oordeelt een Nederlandse rechter dat de staat het Genocideverdrag moet meewegen bij mensenrechtenschendingen.

Rechtbank wijst wapenexport af, maar erkent genociderisico

Het Gerechtshof in Den Haag concludeerde dat er een ernstig risico bestaat dat Israël genocide pleegt in Gaza en het humanitair oorlogsrecht schendt [1]. De rechtbank wees echter de eis af om actieve wapenexportvergunningen naar Israël in te trekken [1]. Het hof oordeelde dat de coalitie van mensenrechtenorganisaties niet had aangetoond dat de vergunningen onterecht waren verleend [1]. “Het is onjuist om een onderscheid te maken tussen defensieve en offensieve doeleinden. De enige toets bij het verlenen of weigeren van een exportvergunning is of er een duidelijk risico bestaat dat de wapens kunnen worden gebruikt om mensenrechtenschendingen te faciliteren of te plegen”, zegt Minke Gommer van bureau Brandeis [1]. De redenen voor het verlenen van wapenexportvergunningen worden bovendien niet openbaar gemaakt [1].

Juridisch precedent voor Genocideverdrag

“Voor het eerst heeft een Nederlandse rechter geoordeeld dat de Staat bij de beoordeling van te nemen maatregelen ter voorkoming van mensenrechtenschendingen ook rekening moet houden met het Genocideverdrag. Dat is een belangrijk precedent”, zegt Lydia de Leeuw van SOMO, een van de eisers in de zaak [1]. Het Gerechtshof oordeelde dat de staat een “ruime beoordelingsvrijheid” heeft, maar dat deze niet onbeperkt is [1]. In specifieke gevallen kan de rechter toetsen of de staat handelt in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm door bepaalde maatregelen na te laten [1]. De verplichting van Nederland om maatregelen te nemen ter voorkoming van “(verdere) genocide” zou “weinig praktisch nut hebben” als Nederland zou moeten wachten tot het Internationaal Gerechtshof er een uitspraak over doet [1].

Coalitie zoekt geld voor hoger beroep

De coalitie, bestaande uit Al Haq, Al-Mezan, Palestinian Center for Human Rights en Nederlandse organisaties, spande de rechtszaak tegen de Nederlandse staat aan in oktober 2024 [1]. Om de zaak door de beroepsprocedure voort te zetten, heeft de coalitie nog eens 50.000 euro nodig voor juridische kosten en middelen [1]. Deze uitspraak heeft belangrijke juridische en politieke gevolgen voor de Nederlandse houding ten aanzien van het conflict in Gaza. Burgers kunnen nu mogelijk de staat aanspreken wanneer Nederland onvoldoende maatregelen neemt om genocide te voorkomen, ook zonder definitieve uitspraak van internationale rechtbanken [GPT].

Bronnen


genocide Gaza Nederlands gerechtshof