Radboud Universiteit Stopt Samenwerking met Israëlische Universiteiten

Nijmegen, woensdag, 21 mei 2025.
Radboud Universiteit heeft per direct de samenwerking met Tel Aviv University en Hebrew University opgeschort wegens hun betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen. Dit besluit is een sterk signaal en volgt op interne en externe consultaties.
Krachtig Signaal naar Israël
De beslissing van de Radboud Universiteit om de banden met de Tel Aviv University en Hebrew University te verbreken, is doordrenkt van symboliek. Dit besluit was niet zomaar een ingeving; het kwam nadat uitgebreide consultaties waren gehouden tussen belanghebbenden binnen en buiten de universiteit. De universiteit onderstreept hiermee haar standpunt tegen vermeende mensenrechtenschendingen in de Palestijnse gebieden. Volgens de commissie die het bestuur adviseerde, dragen de betrokken universiteiten mogelijk bij aan deze schendingen of overtreden ze wetenschappelijke integriteitsnormen [1][2].
Reacties en Gevolgen
De Radboud Universiteit in Nijmegen blijkt nog een hele weg te gaan. Terwijl de universiteit de samenwerking opschort, zijn critici van mening dat er nog te veel losse eindjes zijn. Een groep activisten, het zogenaamde ‘Nijmegen Student Encampment’, blijft druk uitoefenen met hun eisen om alle banden met Israël volledig te verbreken [3][4]. Ze zien de huidige maatregelen als ontoereikend: ‘too little, too late’. Ondanks deze kritiek blijft de Radboud Universiteit openstaan voor toekomstige samenwerking, indien de Israëlische universiteiten voldoen aan de gestelde voorwaarden [5].
Academische Vrijheid versus Principiële Standpunten
De opschorting van de samenwerking roept ook binnen de universitaire gemeenschap discussies op over academische vrijheid. Het bestuur erkent deze spanningen. Ze benadrukken dat een compleet verbod op samenwerking de academische vrijheid teveel zou beperken. Ondertussen kan het besluit gevolgen hebben voor bestaande onderzoeksprojecten, waarbij veel wetenschappers hun samenwerking met Israël moeten herzien, zonder daarbij wezenlijke projecten in gevaar te willen brengen [5][6].