Alarmerende Noodklok: Mentale Crisis bij Nederlandse Jeugd Ontvouwt zich
Utrecht, dinsdag, 2 september 2025.
Onderzoek van Nivel en RIVM onthult zorgwekkende trend in mentale gezondheid van Nederlandse jongeren. Bijna helft van de ondervraagden ervaart psychische problemen, met een stijging van suïcidale gedachten van 13 naar 15 procent. School en verplichtingen blijken grote stressbronnen. De mentale gezondheid van jongeren verslechtert al jaren, een trend die zich doorzette tijdens en na de coronapandemie, wat directe interventies noodzakelijk maakt.
Verontrustende Mentale Gezondheid Nederlandse Jeugd
Onderzoek van gezondheidsinstituut Nivel en het RIVM onthult een zorgwekkende trend onder Nederlandse jongeren. In het tweede kwartaal van 2025 bereikte het aantal suïcide-consulten een nieuwe piek [1]. Vragenlijsten onder ruim 5000 jongeren tonen aan dat 2 procent een stijging vertegenwoordigt in jongeren met suïcidale gedachten [1]. Bijna de helft (48 procent) van de ondervraagden geeft aan psychische problemen te ervaren, een trend die zich al jaren doorzet [1].
Stressbronnen en Mentale Uitdagingen
School staat bovenaan als belangrijkste stressbron voor jongeren, gevolgd door overige verplichtingen en sociale druk [1]. Experts wijzen ook op overmatig smartphone- en social media-gebruik als significante factor in deze mentale gezondheidcrisis [4]. Het aantal jongeren dat zich gelukkig voelt, daalde licht van 83 naar 81 procent [1]. AJN Jeugdartsen beschrijven deze trend zelfs als een ‘groeiende gezondheids- en welzijnscrisis’ [1].
Lokale Interventies en Toekomstperspectief
Gemeenten zoals Woudenberg nemen inmiddels concrete stappen. Zo heeft deze gemeente 12.000 euro uitgetrokken voor projecten gericht op mentale weerbaarheid en vermindering van middelengebruik [5]. Programma’s zoals ‘Geluk to go’, ‘Happy Me’ en ‘Van drinken naar NIX’ moeten jongeren helpen hun mentale gezondheid te verbeteren [5]. De noodzaak voor gerichte interventies is duidelijk: de mentale gezondheid van jongeren vraagt om onmiddellijke aandacht van zorgprofessionals en beleidsmakers [1][4].