Aziatische Zeelieden Vechten tegen Loonongelijkheid op Nederlandse Schepen

Amsterdam, maandag, 18 augustus 2025.
Het College voor de Rechten van de Mens heeft discriminatie vastgesteld door Nederlandse reders die Indonesische en Filipijnse zeelieden significant minder betalen dan Europese collega’s. Ondanks identiek werk verdienen niet-Europese zeelieden ongeveer de helft minder. Ruim 14.000 zeelieden hebben zich inmiddels aangesloten bij deze zaak, die een systeem van salarisongelijkheid blootlegt dat teruggaat tot de koloniale periode. De uitspraak daagt de traditionele internationale maritieme beloningspraktijk fundamenteel uit.
Historische uitspraak over loonongelijkheid
Het College voor de Rechten van de Mens heeft op 18 augustus 2025 een baanbrekende uitspraak gedaan over salarisongelijkheid in de Nederlandse scheepvaart. Twee niet-Europese zeelieden - een Filipijn en een Indonesiër - bleken ongeveer 50 procent minder salaris te ontvangen dan hun Europese collega’s, ondanks identiek werk aan boord van Nederlandse schepen [1][2]. De reders gebruikten het zogenaamde ‘woonlandbeginsel’ als rechtvaardiging, waarbij het salaris wordt gebaseerd op het prijspeil in het land van herkomst [1].
Massale juridische strijd
De uitspraak heeft grote gevolgen voor de maritieme sector. Inmiddels hebben zich bijna 14.000 zeelieden aangesloten bij de Stichting Equal Justice Equal Pay, die de zaak ziet als een mogelijkheid voor collectieve compensatie [2]. Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde dat het woonlandbeginsel discriminatie vormt en niet langer gerechtvaardigd kan worden, zelfs niet met het argument van internationale concurrentie [1][2].
Reacties uit de sector
De Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) is verbaasd over de uitspraak en waarschuwt voor mogelijke risico’s voor de Nederlandse scheepvaart [3]. KVNR-directeur Annet Koster stelt dat het oordeel het internationale gelijke speelveld ondermijnt [3]. De zaak benadrukt de aanhoudende erfenis van koloniale arbeidspraktijken en roept fundamentele vragen op over billijke beloning in de internationale scheepvaart [1][2].