Nederlandse vrouwen breken het glazen plafond van de Tweede Kamer
Den Haag, dinsdag, 4 november 2025.
Voor het eerst sinds 1918 zitten er meer vrouwen in de Tweede Kamer dan ooit: 43,3 procent van alle Kamerleden is vrouw. Vijf vrouwen kwamen binnen dankzij voorkeursstemmen, ondanks onverkiesbare plekken op de lijst.
Record doorbreekt vorig record uit 2010
Het nieuwe record van 43,3 procent vrouwelijke Kamerleden overtreft het vorige record van 42,7 procent uit 2010 [1][2]. Toen kwamen er 64 vrouwen in de Kamer, nu zijn dat er 65 [1]. Dit percentage is berekend op basis van proces-verbalen die gemeenten al hebben gedeeld, hoewel de officiële uitslag van de Kiesraad pas vrijdag volgt [1][2]. De stap voorwaarts is opmerkelijk omdat er bij deze verkiezingen juist weer minder vrouwelijke kandidaten op de lijsten stonden dan bij vorige verkiezingen [3].
Voorkeursstemmen maken het verschil
Vijf vrouwen kwamen de Kamer binnen via voorkeursstemmen, ondanks onverkiesbare plekken op hun kieslijsten [1][2][4]. Bij GroenLinks-PvdA gaat het om vier vrouwen: Fatihya Abdi (nummer 24), Mikal Tseggai (nummer 25), Lisa Vliegenthart (nummer 27) en Barbara Kathmann (nummer 32) [1][4][6]. Barbara Kathmann kreeg alleen al in Rotterdam ruim 4.500 stemmen [4]. Bij D66 haalde Marieke Vellinga-Beemsterboer (nummer 27) de voorkeursdrempel ruimschoots, waardoor D66’s fractie straks precies uit 13 vrouwen en 13 mannen bestaat [4]. Voor voorkeursstemmen moet een kandidaat ongeveer 17.000 stemmen halen - een kwart van wat normaal voor één volle zetel nodig is [3].
Campagne ‘Stem op een Vrouw’ toont resultaat
De stichting Stem op een Vrouw, die sinds 2017 campagne voert, ziet haar strategie werken [1][2]. Ongeveer 3,6 miljoen mensen stemden op een vrouw, waarvan bijna 650.000 strategisch stemden [1]. Iets meer dan 6 procent van alle kiezers koos bewust voor een vrouw die rond of onder het gepeilde aantal zetels van haar partij stond [2][7]. “Kiezers laten al jaren duidelijk zien dat zij veel meer vrouwen in de politiek willen”, zegt directeur Devika Partiman [5]. Het resultaat is bijzonder: sinds Suze Groeneweg in 1918 als eerste vrouw werd verkozen - drie jaar voordat vrouwen überhaupt mochten stemmen - was het percentage vrouwen in de Kamer nog nooit zo hoog [1][2][7].