Nederland telt 75.000 arme mensen meer na wegvallen van de energietoeslag
Den Haag, woensdag, 17 december 2025.
Na vijf jaar van dalende cijfers stijgt armoede weer: 551.000 mensen leven nu onder de armoedegrens. De energietoeslag van 1.300 euro verdween in 2024, waardoor vooral zzp’ers en gezinnen met kinderen het zwaar hebben. Kinderarmoede bleef stabiel door verhoogd kindgebonden budget.
Energietoeslag verdwijnt, armoede stijgt weer
De cijfers zijn glashelder: in 2024 leefden 551.000 mensen in armoede, dat is 0.4 procentpunt meer dan de 2,7 procent in 2023 [1][2]. Voor het eerst in vijf jaar gaat de trend omhoog [2]. De boosdoener? De energietoeslag van 1.300 euro die in 2022 en 2023 hielp tijdens de energiecrisis, maar in 2024 stopte [1][3]. Deze steun zorgde ervoor dat veel mensen van net onder de armoedegrens naar net erboven gingen [4]. Nu dat wegvalt, vallen ze terug. Vooral zzp’ers kregen de klappen: zij profiteerden niet van dezelfde koopkrachtstijging als werknemers en moesten meer belasting betalen [4]. CBS-onderzoeker Peter Hein van Mulligen zegt het zo: “Onder bijna alle groepen is de intensiteit van armoede wat gestegen” [4].
Kinderen gespaard, maar gezinnen niet
Een lichtpuntje: kinderarmoede bleef stabiel op 2,8 procent [1][2]. Dat komt door het verhoogde kindgebonden budget dat het wegvallen van de energietoeslag opving [3]. Toch hebben gezinnen met kinderen het zwaar [4]. Anna Custers van de Hogeschool van Amsterdam legt uit: “Er is een kwetsbare groep die onder of net boven de armoedegrens zit” [4]. Concreet betekent dit dat een alleenstaande arm is bij minder dan 1.600 euro per maand, een stel met twee jonge kinderen bij minder dan 2.625 euro [5][4]. In een schoolklas van 30 kinderen hebben er gemiddeld drie te maken met armoede of bijna-armoede [2]. Deze gezinnen kunnen geen onverwachte uitgave van 1.500 euro ophoesten en hebben vaak problematische schulden [1][2].
Trend blijft dalend ondanks stijging
Ondanks de stijging in 2024 blijft de langetermijntrend dalend, zegt CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen: “Het aantal mensen met werk is enorm gestegen. En met een baan is de kans veel groter dat je een inkomen boven de armoedegrens hebt” [3]. Kabinet-Rutte IV probeerde de stijging nog te voorkomen door huurtoeslag en kindgebonden budget te verhogen, maar dat was niet genoeg [3]. De realiteit is hard: vier op de tien arme mensen vinden hun gezondheid niet goed, tegenover twee op de tien bij rijkere huishoudens [1]. Mannen met weinig geld leven negen jaar korter, vrouwen zeven jaar [1]. Utrecht doet het overigens beter dan andere grote steden met 4 procent armoede, tegen 6,7 procent in Amsterdam [5].