vicepremier Keijzer zorgt voor kamervragen na aanval op NOS via sociale media
Den Haag, donderdag, 27 november 2025.
BBB-vicepremier Mona Keijzer heeft ophef veroorzaakt met tweets waarin ze de NOS beschuldigt van politieke vooringenomenheid. Ze suggereerde dat de publieke omroep Hamas-propaganda verspreidt. D66, CDA en GroenLinks-PvdA stellen nu kamervragen over haar uitlatingen. Staatsrechtgeleerde Wim Voermans noemt dergelijke kritiek ongepast voor een vicepremier.
Concrete aanleiding: tweet over Hamas-propaganda
De directe aanleiding voor de politieke ophef was een tweet van Keijzer op 25 november 2025 [1][4]. Een X-gebruiker vroeg sarcastisch wie nu nog ‘de beslist betrouwbare informatie van het Ministerie van Gezondheid van Hamas letterlijk zou overtikken’ [1][4]. Keijzer reageerde: ‘Dat blijven ze doen. Ze krijgen hier alleen geen weerwoord meer. Lekker rustig.’ [1][4] Deze reactie kwam nadat de NOS had aangekondigd te stoppen met posten op X wegens gebrek aan moderatie [2]. Mohammed Mohandis van GroenLinks-PvdA en Ouafa Oualhadj van D66 hebben nu formele kamervragen gesteld [1][2]. Ze willen weten of dit het kabinetsstandpunt is en of het kabinet heeft gesproken over ‘de mogelijke impact van zulke uitspraken op het vertrouwen in journalistiek en publieke instellingen’ [2].
Structurele kritiek en staatsrechtelijke zorgen
Keijzer’s tweet was geen incident. Ze postte de afgelopen maand 12 berichten op X waarin ze de NOS bekritiseerde [1]. Staatsrechtgeleerde Wim Voermans van de Universiteit Leiden noemt dit problematisch: ‘Als je vanuit de positie van vicepremier publiekelijk en ongefundeerd de onafhankelijkheid van de NOS aanpakt, ondermijn je de democratische rechtsstaat’ [1]. Volgens Voermans zou Keijzer juist de onafhankelijke instanties moeten ‘koesteren’ [1]. CDA-Kamerlid Harmen Krul vindt haar uitspraken ‘schadelijk voor de rechtsstaat’ [1]. Mohandis stelt dat hij sinds 2012 ‘nog nooit zo’n aanval op de media van een minister heeft meegemaakt’ [1]. NOS-hoofdredacteur Giselle van Cann spreekt van ‘een verdachtmaking van onze journalistiek’ die ‘niet op feiten berust’ [1].
Politieke gevolgen en vragen over eenheid kabinet
De oppositie eist nu opheldering van zowel Keijzer als minister-president Dick Schoof [1]. D66 en GroenLinks-PvdA hebben hun vragen gericht aan BBB-minister van Media Gouke Moes [1][2]. ‘Maar Schoof moet ook spreken,’ aldus Mohandis [1]. De kwestie raakt een gevoelig punt: spreekt het kabinet wel met één mond? [4] Keijzer is demissionair minister van Volkshuisvesting en tweede vicepremier [4]. Critici vragen zich af of haar uitspraken stroken met het regeringsbeleid [4]. Eva Brandemann noemt Keijzer’s reactie ‘een klein rood populistisch vlaggetje’ [4]. De controverse illustreert de spanning tussen sociale media-vrijheid en ministeriële verantwoordelijkheid. Voor gewone burgers betekent dit dat hun vertrouwen in zowel media als politiek op het spel staat.