Belastingdienst probeert toeslagenaffaire af te kopen
Den Haag, donderdag, 26 september 2024.
De Belastingdienst biedt gedupeerden van de toeslagenaffaire 5000 euro om hun bezwaar in te trekken. Dit omstreden voorstel moet de vastgelopen hersteloperatie vlot trekken. Experts noemen het een ‘brevet van onvermogen’.
een omstreden schikking
Het schikkingsvoorstel van de Belastingdienst om gedupeerden van de toeslagenaffaire 5000 euro aan te bieden in ruil voor het intrekken van hun bezwaar, heeft veel stof doen opwaaien. Ongeveer 4700 ouders, die zijn erkend als gedupeerden, komen in aanmerking voor deze regeling. Hoewel het ministerie van Financiën 30 miljoen euro heeft gereserveerd voor deze schikking, is de maatregel niet zonder controverse. Volgens hoogleraar bestuursrecht Herman Bröring is de hersteloperatie volledig vastgelopen en is dit schikkingsvoorstel een ‘brevet van onvermogen’ van de Belastingdienst[1].
kosten en dwangsommen
Tot begin september 2024 heeft de Belastingdienst ongeveer 12.000 bezwaren ontvangen, waarvan meer dan 3.600 zijn behandeld. De kosten voor het afhandelen van een bezwaar bedragen gemiddeld 21.500 euro per geval, terwijl het schikkingsvoorstel van 5000 euro per gedupeerde juist kosten moet besparen. Tot april 2024 heeft de Uitvoeringsdienst Herstel Toeslagen (UHT) ruim 54 miljoen euro aan dwangsommen betaald wegens niet-tijdige behandeling van bezwaren, en er is nog eens 86 miljoen euro gereserveerd voor toekomstige dwangsommen[1].
reacties en alternatieven
Staatssecretaris Nora Achahbar vergelijkt de situatie met het aardbevingsdossier in Groningen, waar een soortgelijk voorstel leidde tot een versnelling van de procedure en kortere wachttijden[1]. Toch roept de Stichting (Gelijk)waardig Herstel (SGH) op om niet nog meer onrust rond de toeslagenaffaire te veroorzaken. SGH reageert daarmee op de berichtgeving dat de afhandeling door hun versnelde methode tot 5 miljard euro meer kan gaan kosten. De stichting benadrukt dat hun aanpak meer dan 2300 ouders helpt in hun proces van emotioneel en financieel herstel[2].