Revolutie in de klas: D66 en SP willen kleinere klassen voor beter onderwijs
Den Haag, maandag, 18 augustus 2025.
Politieke partijen D66 en SP lanceren een gedurfd wetsvoorstel om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Ze willen het aantal leerlingen per klas terugbrengen naar maximaal 21, om de werkdruk voor leraren te verlagen en individuele aandacht voor kinderen te vergroten. Het voorstel beoogt de trend van ‘megaklassen’ te doorbreken en de onderwijskwaliteit fundamenteel te verbeteren.
Wetsvoorstel voor kleinere klassen
De politieke partijen D66 en SP presenteren een ambitieus plan om de klassengrootte in Nederlandse scholen te beperken. Ze willen het maximum aantal leerlingen per klas terugbrengen naar 21, met als doel de onderwijskwaliteit te verhogen en de werkdruk voor leraren te verlagen [1]. Het voorstel is des te opmerkelijker omdat het wordt ingediend tegen de achtergrond van het aanhoudende lerarentekort [2]. Uit onderzoek blijkt dat 3.4 procent meer klassen inmiddels meer dan 30 leerlingen tellen vergeleken met 2019 [2].
Financiering en strategie
Om dit plan te realiseren, willen D66 en SP een ‘kleineklassenfonds’ oprichten van 600 miljoen euro, met speciale aandacht voor scholen met onderwijsachterstanden en vmbo-scholen [2]. De totale investering om klassengroottes landelijk te verkleinen wordt geschat op 1,5 miljard euro. Interessant genoeg suggereert onderzoek dat deze investering kan leiden tot 3.5 miljard meer bruto binnenlands product over tien jaar [2].
Politieke achtergrond
Dit is niet de eerste poging van D66 en SP om klassengroottes te beperken. In 2016 dienden ze al een vergelijkbaar voorstel in voor maximaal 23 leerlingen per klas, dat destijds geen meerderheid haalde [2]. De Raad van State was toen kritisch over de onderbouwing en de uitvoerbaarheid [2]. Nu komen de partijen opnieuw met een plan, gedreven door de zorg dat één op de drie kinderen de school verlaat zonder voldoende basis in lezen, schrijven en rekenen [2].