De PVV valt uiteen: drie lokale afdelingen dumpen Wilders in één week tijd
Kampen, vrijdag, 5 december 2025.
Binnen zeven dagen verloor Geert Wilders drie lokale PVV-afdelingen. Urk, Kampen en Purmerend weigeren de dictaten van Den Haag te accepteren. Kampen trok zich zelfs terug nog voordat ze aan verkiezingen konden deelnemen. De lokale bestuurders stellen glashelder: ‘We gaan niet zomaar goede mensen wegsturen op bevel van de landelijke partij.’ Deze opstand markeert een ongekende breuk tussen Wilders’ controlefreakgedrag en lokale democratie. Terwijl de PVV landelijk aan de macht is, brokkelt de partij af aan de basis. De timing kon niet slechter: net voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2026 valt de lokale organisatie in elkaar.
Van 40 naar 37: PVV ziet lokale macht wegvloeien
De PVV doet in maart 2026 mee in 40 van de 342 Nederlandse gemeenten, maar verliest tegelijk Urk, Zandvoort, Arnhem en Purmerend [1]. Dat betekent dat Wilders’ partij lokaal terrein verliest terwijl ze nationaal aan de macht is. De lokale PVV-fractie in Urk beëindigde op 1 december 2025 de samenwerking met de landelijke partij omdat de landelijke top ‘dwingende keuzes’ oplegde die ‘onverenigbaar zijn met de principes, waarden en normen van de plaatselijke fractie’ [1]. Een dag later, op 2 december, kondigde de PVV aan voor het eerst deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen in Kampen [2]. Maar op 3 december trok de gehele beoogde fractie zich alweer terug van de landelijke partij [2]. ‘We willen geen trekpoppetje zijn’, verklaarde de Kampense fractie [2].
Purmerend volgt: autonomie boven partijdiscipline
Purmerend sluit zich aan bij de opstand. De lokale PVV-fractie gaat in maart 2026 niet verder als onderdeel van de landelijke partij vanwege ‘verschillen over de invulling van het leiderschap, kandidaten op de lijst en de organisatorische koers’ [1]. Het patroon is helder: lokale bestuurders weigeren te buigen voor de controle vanuit Den Haag. Ze kiezen ervoor hun eigen weg te gaan rather dan goede lokale kandidaten weg te sturen op bevel van de partijleiding [3]. Deze revolte toont een fundamenteel probleem binnen de PVV: de spanning tussen Wilders’ strakke leiderschap en de wens van lokale afdelingen om zelf hun koers te bepalen.
Timing raakt de verkiezingsvoorbereiding
De timing van deze exodus is pijnlijk voor Wilders. Net nu de PVV zich voorbereidt op uitbreiding naar 12 nieuwe gemeenten in 2026, waaronder Assen, Bergen op Zoom en Delft [1], valt de organisatie uiteen in bestaande bolwerken. Terwijil andere rechtse partijen zoals JA21 en BBB worstelen om voldoende kandidaten te vinden voor lokale verkiezingen [4], verliest de PVV juist gemotiveerde mensen door interne conflicten. Voor kiezers betekent dit minder keuze: in Zeeland doen PVV, JA21 en BBB elk maar in één gemeente mee [4]. De vraag is of Wilders zijn greep op de partij kan herstellen voordat meer afdelingen de deur achter zich dichtslaan.