Noordelijke provincies investeren 15 miljoen in spoorlijnen
Groningen, dinsdag, 8 oktober 2024.
Vijf noordelijke provincies steken 15 miljoen euro in de Lelylijn en Nedersaksenlijn. Dit geld is bedoeld voor de volgende fase: de MIRT-verkenning. De investering moet het Noorden economisch stimuleren en beter bereikbaar maken. Het Rijk beslist nog over verdere stappen.
Ambities voor Noord-Nederland
De provincies Groningen, Fryslân, Drenthe, Overijssel en Flevoland hebben grootse plannen. Met een investering van 15 miljoen euro in de Lelylijn en de Nedersaksenlijn hopen zij de regio economisch een flinke boost te geven. Het bedrag is verdeeld: 10 miljoen euro voor de Lelylijn, die Groningen met Lelystad moet verbinden, en 5 miljoen euro voor de Nedersaksenlijn. De investeringen zijn aangekondigd tijdens het Deltaplancongres in Meppel, een bijeenkomst die zich richt op de verbetering van bereikbaarheid en economische ontwikkeling in Noord-Nederland. Volgens commissaris van de Koning René Paas is het essentieel om deze verbindingen te realiseren voor de toekomst van het Noorden en Nederland als geheel[1][2].
De MIRT-verkenning
De investering wordt ingezet voor de MIRT-verkenning, een essentiële fase waarin de doorstroming, verkeersveiligheid en milieu-impact van de spoorlijnen onder de loep worden genomen. Het is alsof je een groot bouwproject onderzoekt voordat je de eerste steen legt. De noordelijke provincies zien deze spoorlijnen als cruciaal voor een betere spreiding van de economie en een oplossing voor de druk op de woningmarkt en arbeidsmarkt. Maar voordat de eerste trein kan rijden, moet het Rijk nog een knoop doorhakken over het vervolgtraject van de MIRT-verkenning. Minimaal 75 procent van de proceskosten moet gedekt zijn voordat de plannen kunnen doorgaan[3].
Toekomstige voordelen
De Lelylijn en de Nedersaksenlijn beloven de reistijd tussen Noord-Nederland en de Randstad aanzienlijk te verkorten. Treinen op de Lelylijn zouden snelheden van 200 km/u kunnen bereiken, wat de verbinding tussen Groningen en Lelystad tot een fluitje van een cent maakt. Dit project is niet alleen een kwestie van sneller reizen, maar ook een strategische zet om de welvaart eerlijker te verdelen over Nederland. De aanleg van deze lijnen kan ook leiden tot de bouw van 220.000 woningen, een broodnodige uitbreiding gezien de huidige woningnood. Echter, de kosten blijven een heikel punt; de Lelylijn alleen al kan tussen de 8,2 en 21,4 miljard euro gaan kosten. Het is een investering in de toekomst, maar wel een die om stevige steun van het Rijk vraagt[4][5].