Europese economie onverwacht in het rood: ECB onder druk
Brussel, dinsdag, 24 september 2024.
De eurozone ziet een onverwachte daling in economische activiteit. De industrie worstelt en de groei in de dienstensector zwakt af. Deze krimp, na zeven maanden groei, zet de Europese Centrale Bank onder druk om de rente mogelijk te verlagen.
industrie in de problemen
De Europese industrie heeft het zwaar te verduren. Volgens de meest recente gegevens daalde de PMI (Purchasing Managers’ Index) voor de maakindustrie naar 44,8 in september 2024, wat duidt op een aanzienlijke krimp[1]. Duitsland, de grootste economie van Europa, ervaarde een verdiepende neergang, terwijl Frankrijk terugkeerde naar krimp na een tijdelijke opleving tijdens de Olympische Spelen in augustus[2]. De productie-index binnen de maakindustrie daalde eveneens naar 44,5 van 45,8, wat de voortdurende malaise in de sector benadrukt[3].
dienstensector zwakt af
Ook de dienstensector, traditioneel een steunpilaar van de eurozone-economie, toont zwakte. De Flash Services PMI Business Activity Index daalde naar 50,5, het laagste punt in zeven maanden[4]. Dit cijfer ligt onder de verwachtingen, wat aangeeft dat de groei in deze sector afneemt. Analisten hadden een bescheiden afname naar 52,1 voorspeld, maar de realiteit blijkt somberder te zijn[1]. Bedrijven verhogen hun tarieven in een langzamer tempo, en de vraag neemt in het snelste tempo in acht maanden af, met de index voor nieuwe opdrachten die keldert naar 47,2 van 49,1[2].
druk op de ECB
De onverwachte economische krimp zet de Europese Centrale Bank (ECB) onder druk. De ECB had eerder deze maand de rentetarieven verlaagd en gaf aan dat de leenkosten de komende maanden verder zouden kunnen dalen[2]. De recente cijfers versterken de speculatie dat de ECB in oktober opnieuw de rente zal verlagen om de economische groei te ondersteunen en de inflatie te beteugelen. De input- en outputprijsinflatie vertoonden tekenen van afzwakking, wat als een positieve ontwikkeling wordt gezien[4]. Desondanks blijft de inflatie boven de ECB-doelstelling van 2%, wat de beleidsmakers in een lastig parket plaatst[1].