Kassa dicht bij 3000 euro: Tweede Kamer zet rem op contant betalen
Den Haag, woensdag, 25 september 2024.
Tweede Kamer stemt in met verbod op contante betalingen boven 3000 euro. Doel: witwassen tegengaan. Voorstel voor 10.000 euro-grens sneuvelt. Ministers waarschuwen: hogere limiet lokt criminelen. Maatregel raakt ook gewone burger. Discussie over effectiviteit en privacy laait op.
De politieke arena
In de Tweede Kamer kwam het voorstel voor een verbod op contante betalingen boven 3000 euro ter tafel, met als doel witwassen te bestrijden. Coalitiepartijen zoals NSC, PVV en BBB stelden aanvankelijk voor om de grens op 10.000 euro te leggen, maar dit voorstel werd niet aangenomen[1]. Ministers Eelco Heinen (Financiën) en David van Weel (Justitie en Veiligheid) benadrukten dat een hogere limiet Nederland aantrekkelijker zou maken voor criminele netwerken, vooral in vergelijking met buurlanden zoals België en Frankrijk[2].
Economische en sociale impact
De nieuwe wetgeving roept gemengde reacties op. Sommige partijen vrezen dat de strikte limiet van 3000 euro negatieve gevolgen zal hebben voor de economie en de vrijheid van burgers om contant te betalen. Volgens critici raakt deze maatregel vooral de gewone burger en leidt het tot hogere kosten voor betaalrekeningen en strenger banktoezicht[3]. In Duitsland, waar geen maximum op contante betalingen geldt, is er enkel een identificatieplicht bij betalingen boven de 10.000 euro. Dit contrasteert sterk met de nieuwe Nederlandse regelgeving, wat tot zorgen leidt over de effectiviteit en praktische handhaving van de wet[4].
Discussie over privacy en controle
Naast economische zorgen, laait ook de discussie over privacy en controle op. Tegenstanders van de nieuwe wetgeving vrezen dat het een stap is richting een ‘cashless society’, waarbij de overheid en banken meer grip krijgen op het betalingsverkeer[5]. Deze controle roept vragen op over de bescherming van persoonlijke gegevens en de mogelijke misbruik van macht. Ondanks deze zorgen, blijft de meerderheid van de Tweede Kamer overtuigd van de noodzaak om de strijd tegen witwassen op te voeren, ook al betekent dit dat sommige burgers hun betalingsvrijheid moeten inleveren[6].