Tweede Kamer steunt zwaardere straffen voor haatmisdrijven
Den Haag, donderdag, 19 december 2024.
De Tweede Kamer ondersteunt een wetsvoorstel van Frans Timmermans en Mirjam Bikker om straffen voor haatmisdrijven met een derde te verhogen, ondanks zorgen over de impact op de vrijheid van meningsuiting.
Aanleiding en steun
Het wetsvoorstel komt voort uit een incident bij het Joodse restaurant HaCarmel in Amsterdam in oktober 2020 [1]. De initiatiefwet, oorspronkelijk ingediend in 2021 door Kathalijne Buitenweg (GroenLinks) en Gert-Jan Segers (ChristenUnie), kreeg op 18 december 2024 brede steun in de Tweede Kamer [1]. Minister David van Weel van Justitie en Veiligheid staat achter het voorstel omdat het ‘de normstellende en afschrikwekkende werking van de aanpak van discriminatie versterkt’ [1].
Hogere bewijslast, meer bescherming
De nieuwe wet verhoogt weliswaar de bewijslast voor het aantonen van een haatmotief [1], maar volgens mede-initiatiefnemer Mirjam Bikker wegen de voordelen van een wettelijke strafverzwaringsgrond zwaarder dan deze verzwaring [1]. De wet moet ervoor zorgen dat rechters in hun vonnissen meer aandacht besteden aan het discriminatiemotief van de verdachte [1].
Zorgen over vrijheid van meningsuiting
PVV-Kamerlid Emiel van Dijk uitte tijdens het debat zijn bezorgdheid over mogelijke gevolgen voor de vrijheid van meningsuiting [1]. Hij vroeg zich specifiek af welke garanties er zijn dat deze vrijheid niet wordt uitgehold door opeenvolgende rechterlijke uitspraken [1]. Ondanks deze zorgen kreeg het wetsvoorstel steun van een ruime Kamermeerderheid [1].