Forensische doorbraak: Onzichtbaar geweld eindelijk in beeld

Utrecht, donderdag, 11 september 2025.
Politie en justitie introduceren een baanbrekende aanpak om verborgen letsels bij wurgpogingen bloot te leggen. Zes gespecialiseerde forensisch artsen gaan met geavanceerde medische technieken inwendig onderzoek doen naar slachtoffers van huiselijk geweld. De pilot, gestart in drie regio’s, richt zich op het verzamelen van cruciale bewijzen die voorheen onopgemerkt bleven. Door gebruik te maken van fundoscopie, videolaryngoscopie en MRI-scans kunnen kleine maar significante verwondingen nu worden aangetoond, wat een game-changer kan zijn voor slachtoffers van geweld.
Nieuwe forensische technieken onthullen verborgen geweld
Politie en justitie lanceren een baanbrekende pilot om onzichtbare letsels bij wurgpogingen in kaart te brengen. Zes forensisch artsen gaan in drie regio’s - Midden-Nederland, Oost-Nederland en Oost-Brabant - geavanceerd medisch onderzoek uitvoeren bij slachtoffers van huiselijk geweld [1][2]. Met behulp van fundoscopie, videolaryngoscopie en MRI-scans kunnen kleine maar cruciale verwondingen worden aangetoond die voorheen onopgemerkt bleven [2].
Aanpak gericht op bescherming van slachtoffers
Het onderzoek is specifiek gericht op wurgpogingen, die worden gezien als een belangrijke ‘rode vlag’ voor verdere escalatie van huiselijk geweld [3]. In 2024 registreerde het Openbaar Ministerie 24 moord- en doodslagzaken met een vrouwelijk slachtoffer en 49 pogingen daartoe [4]. Guido Reijnen, medisch directeur van LOEF, licht toe: ‘We kunnen nu inwendig letsel vastleggen zoals netvliesbloedingen, keelholte-verwondingen en onderhuidse zwellingen’ [2].
Toekomstperspectief voor forensisch onderzoek
De pilot, waarmee 1.4 miljoen euro is gemoeid, heeft als doel de bewijsvoering bij huiselijk geweld te versterken [2]. Mirjam Warnaar, landelijk officier van justitie, benadrukt het belang van snelheid: ‘We moeten snel handelen, omdat dergelijk letsel snel kan verdwijnen’ [1][4]. De verwachting is dat deze nieuwe onderzoeksmethode binnen vier jaar landelijk wordt ingevoerd [2].