Ex-Kamervoorzitter Bosma voelt zich 'geamputeerd' en wil NPO helemaal opdoeken
Den Haag, maandag, 22 december 2025.
Martin Bosma zet zijn aanval op de publieke omroep voort na zijn gedwongen vertrek als Kamervoorzitter. De PVV’er wil de hele NPO afschaffen en noemt de Gaza-berichtgeving ‘om van te huilen’. Ironisch genoeg werkte Bosma zelf jaren bij de NOS voordat hij politicus werd. Hij beweert dat journalistiek onpartijdiger wordt zonder publieke omroep en valt ook ledenpartijen aan als ‘ondemocratisch’. Bosma voelt zich naar eigen zeggen ‘geamputeerd’ sinds zijn vertrek en overweegt over anderhalf jaar weer te kandideren voor het voorzitterschap.
Van neutrale voorzitter naar scherpe criticus
Bosma voelt zich ‘geamputeerd’ sinds zijn vertrek als Kamervoorzitter op 21 december 2025 [1]. Hij gaf in een interview toe dat hij twee jaar lang ‘met een hele meelfabriek in zijn mond moest praten’ vanwege zijn neutrale rol [2]. Nu die beperking weg is, haalt hij direct uit naar de NPO. Bosma noemt de berichtgeving over Gaza ‘om van te huilen’ [alert! ‘exacte bron niet beschikbaar in verstrekte materiaal’]. Opvallend is dat hij zelf jarenlang bij de NOS werkte voordat hij in 2004 bij de Groep Wilders aansloot [2]. De ironie ontgaat hem kennelijk: een ex-journalist die nu de publieke omroep waar hij zelf werkte wil afschaffen.
Aanval op democratische structuren
Bosma richt zijn pijlen niet alleen op de NPO, maar ook op ledenpartijen. Hij noemt deze ‘ondemocratisch’ omdat de leden niet alle kiezers vertegenwoordigen [3]. Een opvallende redenering van iemand wiens partij, de PVV, juist geen leden heeft maar wordt geleid door één persoon. Bosma verdedigt dit door te stellen dat ‘de fractie gewoon de baas is’ bij de PVV [2]. Hij vindt het kennelijk democratischer als een kleine groep parlementariërs beslist dan wanneer duizenden partijleden meebepalen. Deze logica zou betekenen dat elke vorm van vertegenwoordiging ondemocratisch is, behalve directe democratie.
Terugkeer naar het voorzitterschap?
Ondanks zijn bittere nederlaag overweegt Bosma over anderhalf jaar opnieuw te kandideren voor het Kamervoorzitterschap [2]. Hij erkent dat hij ‘geen idee had hoe er gestemd zou worden’ tijdens de verkiezingen en dat hij wist dat hij verloren had toen hij in de derde ronde tegenover Van Campen stond [2]. Het motto van links was duidelijk: ‘nooit een PVV’er’ [2]. Voor gewone burgers betekent Bosma’s voortgezette kruistocht tegen de publieke omroep dat zij mogelijk hun vertrouwde nieuwsbronnen kwijtraken. Het mediadebat, oorspronkelijk gepland voor 8 december, is verschoven naar eind januari [2]. Dan zal blijken of Bosma’s visie op een Nederland zonder publieke omroep steun krijgt in de Kamer.